Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1542 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG
Artikel 15 Vermoeden van conformiteit van batterijen
Geldend
Geldend vanaf 17-08-2023
- Bronpublicatie:
12-07-2023, PbEU 2023, L 191 (uitgifte: 28-07-2023, regelingnummer: 2023/1542)
- Inwerkingtreding
17-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2023, PbEU 2023, L 191 (uitgifte: 28-07-2023, regelingnummer: 2023/1542)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
Met het oog op de naleving en de controle op de naleving van de eisen voor batterijen, die zijn vastgelegd in de artikelen 9, 10, 12, 13, 14 en 78 worden er tests, metingen en berekeningen verricht volgens betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare methoden, waarbij rekening wordt gehouden met algemeen erkende geavanceerde methoden en waarvan de resultaten worden geacht weinig onzeker te zijn, met inbegrip van methoden die zijn opgenomen in normen waarvoor referenties voor dat doel in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.
2.
Geharmoniseerde normen simuleren zo veel mogelijk het werkelijke gebruik, met behoud van standaardtests.
3.
Batterijen die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen, of onderdelen daarvan, waarvoor referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de eisen van de artikelen 9, 10, 12, 13, 14 en 78, voor zover die eisen onder dergelijke geharmoniseerde normen of onderdelen daarvan vallen, en, indien van toepassing, voor zover de voor die eisen op grond van de artikelen 9 en 10 vastgestelde minimumwaarden worden bereikt.