Prg. 2016/103
Loonbetalingen gedaan tussen de datum waarop het ontslag op staande voet is gegeven en de datum waarop het hof de arbeidsovereenkomst eindigt, kunnen in beginsel niet meer als onverschuldigd betaald worden teruggevorderd.
Hof Den Haag 23-02-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:435
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
23 februari 2016
- Magistraten
Mrs. S.R. Mellema, J.J. Trap, M.L.A. Filippini
- Zaaknummer
200.181.086/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2016:435, Uitspraak, Hof Den Haag, 23‑02‑2016
- Wetingang
Art. 7:669 lid 3 onder e, g en h, 7:673, 7:677, 7:678 lid 2 onder k, 7:680a, 7:683 lid 6 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Werkneemster buitenschoolse opvang laat kind achter in afgesloten, snikhete auto. Rechtvaardigt dit ontslag op staande voet?
Ja. Werkneemster is onaanvaardbaar tekort geschoten in de kern van datgene waarvoor zij is aangenomen.
Samenvatting
Leidster buitenschoolse opvang laat op een hete dag een kind achter in de auto en wordt op staande voet ontslagen. Werkneemster verzoekt de vernietiging van het ontslag en doorbetaling van loon. Werkgever verzoekt primair schadevergoeding en subsidiair voorwaardelijke ontbinding. De kantonrechter vernietigt het ontslag en kent de loonvordering toe. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 januari 2016 onder toekenning van een transitievergoeding. Werkgever tekent beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.