NJ 2022/10
Doodslag op moeder en ongeboren kind; opzet erop gericht dat vrucht in staat was buiten moederlichaam in leven te blijven; meerdaadse samenloop.
HR 23-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1747, m.nt. A.J. Machielse
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
20/02278
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
A.J. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS630855:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1747, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:875, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2021
- Wetingang
Essentie
Doodslag op moeder en ongeboren kind; opzet moet er ook op gericht zijn dat — naar redelijkerwijs mag worden verwacht — de vrucht in staat was buiten het moederlichaam in leven te blijven; geen eendaadse samenloop of voortgezette handeling.
Vervolg op Hof Arnhem-Leeuwarden 14 juli 2020, NJFS 2020/285.
Samenvatting
- 1.
Verdachte heeft gedurende enige tijd de hals/keel van het slachtoffer dichtgeknepen en/of -gedrukt, als gevolg waarvan zij is overleden, terwijl verdachte wist dat zij op dat moment zwanger was. Het hof heeft kunnen oordelen dat deze gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden aangemerkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.