RvdW 2017/317
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Ondertoezichtstelling. Schending van op Raad voor de Kinderbescherming rustende substantiëringsplicht?
HR 03-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:358
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
16/03242
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:358, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:11, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Ondertoezichtstelling. Schending van op Raad voor de Kinderbescherming rustende substantiëringsplicht?
Partij(en)
[de moeder], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. J. van Weerden,
tegen
Raad voor de Kinderbescherming, te Almelo, verweerster in cassatie, niet verschenen,
en
[de vader], te [woonplaats], Belanghebbende in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie:
1. Feiten en procesverloop
1.1.
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten1.. Uit de relatie tussen verzoekster tot cassatie (hierna: de moeder) en [de vader] (hierna: de vader) is op [geboortedatum] 2013 [de dochter] (hierna: de dochter) geboren. De vader ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.