BNB 2023/151
Redelijke termijn voor berechting. Bijzondere omstandigheid die verlenging rechtvaardigt. Coronapandemie
HR 06-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1374
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/00690
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2023
ECLI:NL:HR:2023:1374, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2023
- Wetingang
Art. 8:88 Awb
Essentie
Redelijke termijn voor berechting. Bijzondere omstandigheid die verlenging rechtvaardigt. Coronapandemie
Samenvatting
Belanghebbende heeft bij de Rechtbank verzocht om een vergoeding van immateriële schade voor de bezwaar- en beroepsfase vanwege een overschrijding van de redelijke termijn voor berechting. Het Hof was evenals de Rechtbank van oordeel dat de coronapandemie een uitzonderlijke en onvoorzienbare situatie is die een verlenging van de termijn met vier maanden rechtvaardigt. Gelet op die verlenging is de redelijke termijn niet overschreden, aldus het Hof.
HR: De uitbraak van het coronavirus in 2020 mag niet in algemene zin worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.