Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik
Artikel 28 Strafverzwarende omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
25-10-2007, Trb. 2008, 58 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2009, Trb. 2010, 2010/156 (uitgifte: 17-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat de volgende omstandigheden, voor zover deze niet reeds tot de bestanddelen van het strafbare feit behoren, in aanmerking kunnen worden genomen, overeenkomstig de relevante bepalingen van het nationale recht, als strafverzwarende omstandigheden bij het bepalen van de sancties met betrekking tot de overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gestelde feiten:
- a.
het strafbare feit heeft de fysieke en geestelijke gezondheid van het slachtoffer ernstig geschaad;
- b.
het strafbare feit werd voorafgegaan door of ging gepaard met folteringen of ernstige geweldpleging;
- c.
het strafbare feit werd gepleegd tegen een bijzonder kwetsbaar slachtoffer;
- d.
het strafbare feit werd gepleegd door een familielid, een persoon die met het kind samenwoont of een persoon die zijn of haar gezag heeft misbruikt;
- e.
het strafbare feit werd gepleegd door verschillende gezamenlijk optredende personen;
- f.
het strafbare feit werd gepleegd in het kader van een criminele organisatie;
- g.
de dader is eerder wegens soortgelijke feiten veroordeeld.