Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
3.4 Afspraken ketenpartners
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
27-06-2024, Stcrt. 2024, 19498 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/13)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2024, Stcrt. 2024, 19498 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/13)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Aanmelding bij het Coördinatiecentrum Mensenhandel
De politie of KMar meldt aan het Coördinatiecentrum Mensenhandel:
- •
dat een vermoedelijk slachtoffer is aangetroffen;
- •
of het vermoedelijke slachtoffer gebruik wenst te maken van de periode van de bedenktijd; en
- •
dat een slachtoffer aangifte heeft gedaan of op andere wijze medewerking verleent of heeft verleend aan een strafrechtelijk opsporings- of vervolgingsonderzoek naar mensenhandel.
Het Coördinatiecentrum Mensenhandel is, ten behoeve van de landelijke rapportage aan de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, belast met de landelijke registratie van het aantal aangemelde gevallen van vermoedelijke slachtoffers. Ook als het Coördinatiecentrum Mensenhandel niet betrokken is bij de opvang en huisvesting, moet de politie of KMar het vermoedelijke slachtoffer voor registratie bij het Coördinatiecentrum Mensenhandel aanmelden.
Het verdient aanbeveling dat bij de voorbereiding van politieacties of acties van de KMar die gericht zijn op illegalen, expliciet aandacht is voor mensenhandel. Ook moeten voorbereidingen worden getroffen voor de opvang van mogelijke slachtoffers van mensenhandel. Daarvoor kan voorafgaand aan de acties contact worden opgenomen met het Coördinatiecentrum Mensenhandel die de regionale netwerken kan inschakelen en contacten kan leggen met hulporganisaties in herkomstlanden van slachtoffers.
Opvang en huisvesting
Als het vermoedelijke slachtoffer nog geen opvang heeft, bemiddelt het Coördinatiecentrum Mensenhandel bij het zoeken naar opvang en schakelt na een melding van de politie of KMar de zorgcoördinator mensenhandel in de regio in. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de dagelijkse begeleiding van het vermoedelijke slachtoffer. Als in de regio nog niet is voorzien in zorgcoördinatie, blijft het Coördinatiecentrum Mensenhandel verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie. De beschikbare capaciteit bepaalt de plaatsing van het vermoedelijke slachtoffer. Als hoofdregel geldt dat in het belang van het onderzoek gedurende de periode van de bedenktijd opvang wordt gezocht binnen de politieregio of in de regio waar de KMar werkzaam is.
De Korpschef of de Commandant wijst aanspreekpersonen aan binnen zijn korps die de contacten met de zorgcoördinator onderhouden en centraal aanspreekbaar zijn binnen het opsporingsonderzoek.
Als het slachtoffer minderjarig is, dan moet in het gezag worden voorzien.
Voor het organiseren van eerste opvang buiten kantooruren kan de politie een beroep doen op de regionale opvangvoorzieningen en noodbedden. Plaatst de politie of KMar het vermoedelijke slachtoffer buiten kantooruren, dan meldt de politie of KMar dit met spoed aan het Coördinatiecentrum Mensenhandel. Vervolgens beoordeelt het Coördinatiecentrum Mensenhandel of de opvangfaciliteit geschikt is voor een langere tijd.
Na afgifte van de verblijfsvergunning kan het slachtoffer zich voor vervolgopvang wenden tot:
- •
de zorgcoördinator in de regio waar hij of zij verblijft; of
- •
als geen zorgcoördinator beschikbaar is, tot het Coördinatiecentrum Mensenhandel.
Vervolgopvang op een andere locatie kan aangewezen zijn, als de opvanglocatie die in de periode van de bedenktijd werd geboden niet geschikt is voor een langduriger verblijf.
Kosten van levensonderhoud
Nadat is vastgesteld dat het vermoedelijke slachtoffer bedenktijd wenst voor het overwegen tot het doen van aangifte, verstrekt de politie of KMar het aanvraagformulier voor de Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb) aan het vermoedelijke slachtoffer.
Dit geldt niet voor vermoedelijke slachtoffers die al aanspraak kunnen maken op voorzieningen, zoals vermoedelijke slachtoffers die asiel hebben aangevraagd of die beschikken over een verblijfsvergunning.
Medische bijstand en rechtshulp
De zorgcoördinator is eindverantwoordelijk voor de opvang van het vermoedelijke slachtoffer. De zorgcoördinator draagt er zorg voor dat het vermoedelijke slachtoffer in staat wordt gesteld zich medisch te laten onderzoeken en zich zo nodig te laten behandelen. Met het oog op de mogelijke latere afgifte van een verblijfsvergunning moet een tbc-onderzoek onderdeel uitmaken van dit medisch onderzoek.
De zorgcoördinator draagt er zorg voor dat het slachtoffer goed wordt geïnformeerd over de juridische consequenties van het doen van aangifte of het op andere wijze verlenen van medewerking aan een strafrechtelijk opsporings- of vervolgingsonderzoek naar of berechting in feitelijke aanleg van de verdachte. Als het noodzakelijk blijkt om voor het geven van juridisch advies gedurende de periode van de bedenktijd een rechtshulpverlener in te schakelen, ontvangt de rechtshulpverlener hiervoor de gebruikelijke financiering van de Raad voor Rechtsbijstand.