V-N 2018/10.14
Nationale rechter kan frauduleus verkregen E101-verklaring onder voorwaarden buiten beschouwing laten
HvJ EU 06-02-2018, ECLI:EU:C:2018:63, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (Altun e.a.)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
6 februari 2018
- Magistraten
Lenaerts, Tizzano, Silva de Lapuerta, Ilešič, Da Cruz Vilaça, Rosas, Vajda, Toader, Safjan, Šváby, Berger, Prechal, Regan
- Zaaknummer
C-359/16
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
Altun e.a.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928330:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Inbreuk op het gemeenschapsrecht
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:63, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 06‑02‑2018
ECLI:EU:C:2017:850, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 09‑11‑2017
- Wetingang
art. 5 Verordening (EEG) 987/2009; art. 14 lid 1 onderdeel a Verordening (EEG) nr. 1408/71; art. 11 lid 1 Verordening (EEG) nr. 574/72; art. 12 lid 1 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Belgische rechter geen rekening hoeft te houden met de E 101-verklaringen, als hij vaststelt dat er is gefraudeerd. Van belang is dan onder andere dat het Bulgaarse orgaan geen rekening heeft gehouden met de door België verstrekte gegevens.
Samenvatting
Uit een onderzoek van de Belgische Sociale Inspectie blijkt dat Absa nv, een onderneming naar Belgisch recht die actief is in de bouwsector in België, nauwelijks personeel in dienst heeft en alle handenarbeid aan Bulgaarse ondernemingen uitbesteedt. De Bulgaarse ondernemingen detacheren werknemers om in België in onderaanneming te werken voor Absa ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.