Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/109/EG transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (Transparantierichtlijn)
Artikel 25 Beroepsgeheim en samenwerking tussen lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2013
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 294 (uitgifte: 06-11-2013, regelingnummer: 2013/50/EU)
- Inwerkingtreding
26-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 294 (uitgifte: 06-11-2013, regelingnummer: 2013/50/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteit en bij entiteiten waaraan de bevoegde autoriteiten eventueel sommige taken hebben gedelegeerd. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere persoon of autoriteit worden verstrekt, tenzij op grond van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat.
2.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten werken onderling samen wanneer dat voor de vervulling van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden nodig is, ongeacht of deze taken en bevoegdheden in de richtlijn dan wel in de uit hoofde van deze richtlijn aangenomen nationale wetgeving zijn vastgelegd. De bevoegde autoriteiten verlenen assistentie aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten.
Bij de uitoefening van hun sanctie- en onderzoeksbevoegdheden werken de bevoegde autoriteiten samen om ervoor te zorgen dat de sancties of maatregelen de gewenste resultaten opleveren en coördineren zij hun handelingen wanneer zij grensoverschrijdende zaken behandelen.
2 bis.
De bevoegde autoriteiten kunnen situaties naar de ESMA verwijzen waarin een verzoek om samenwerking is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd. Onverminderd artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de ESMA in deze gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.
2 ter.
De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.
2 quater.
De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, overeenkomstig artikel 35 van die verordening.
3.
Lid 1 belet niet dat de bevoegde autoriteiten vertrouwelijke informatie uitwisselen met of bezorgen aan andere bevoegde autoriteiten, de ESMA en het bij Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlementen de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s opgerichte Europees Comité voor systeemrisico's (1) (ESRB). De aldus uitgewisselde informatie valt onder het beroepsgeheim waaraan alle personen gebonden zijn die werkzaam zijn of werkzaam zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen.
4.
De lidstaten en de ESMA kunnen overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten met de bevoegde autoriteiten of instanties van derde landen die volgens hun wetgeving bevoegd zijn om taken in het kader van deze Richtlijn uit te voeren overeenkomstig artikel 24. De lidstaten stellen de ESMA in kennis van de samenwerkingsovereenkomsten die zij sluiten. Met betrekking tot die uitwisseling van gegevens gelden ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim als de in dit artikel bedoelde. Een dergelijke uitwisseling van gegevens is bestemd voor de vervulling van de toezichtstaak van de bedoelde autoriteiten of instanties. Gegevens die afkomstig zijn van een andere lidstaat mogen alleen worden doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de gegevens hebben meegedeeld en, in voorkomend geval, alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten ingestemd hebben.
Voetnoten
PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.