Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 1.3.4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
16-12-2002, Stcrt. 2002, 245 (uitgifte: 19-12-2002, regelingnummer: WJZ02063603)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2002, Stcrt. 2002, 245 (uitgifte: 19-12-2002, regelingnummer: WJZ02063603)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Bij de aanvraag om een opslagvergunning als bedoeld in artikel 25 van de wet verstrekt de aanvrager gegevens omtrent:
- a.
het tijdvak waarvoor de vergunning wordt gevraagd;
- b.
het gebied waarvoor de vergunning wordt gevraagd, en
- c.
de stoffen waarop de aanvraag betrekking heeft.
2.
Artikel 1.3.1, tweede lid, onderdelen a en b, en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager tevens:
- a.
een programma waarin de te verrichten opslagactiviteiten worden beschreven, alsmede de technieken die daarbij worden gebruikt;
- b.
een kaart van de ondergrond waar opslag plaatsvindt;
- c.
een beschrijving van de risico's voor de veiligheid, en
- d.
de mogelijkheid van winning van voorkomens van delfstoffen of aardwarmte in het gebied.