Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 1.3.1
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Bij de aanvraag om een opsporingsvergunning als bedoeld in de artikelen 6 en 25 van de wet vermeldt de aanvrager:
- a.
voor welk tijdvak de vergunning wordt gevraagd;
- b.
voor welk gebied de vergunning wordt gevraagd, en
- c.
of de aanvraag betrekking heeft op de opsporing van delfstoffen onder vermelding van de delfstof, waarop de aanvraag betrekking heeft, dan wel de opsporing van een CO2-opslagcomplex.
2.
De aanvrager verstrekt bij de aanvraag voorts:
- a.
de gegevens, opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;
- b.
indien de aanvraag betrekking heeft op koolwaterstoffen, tevens de gegevens, opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;
- c.
een programma waarin is aangegeven welke verkenningsonderzoeken en opsporingsactiviteiten de aanvrager voornemens is uit te voeren, het daarbij behorende tijdschema en welke technieken daarbij worden gebruikt;
- d.
een geologisch rapport, dat ten minste bevat:
- 1°
een opgave van de voor de onderbouwing van de aanvraag gebruikte verkenningsonderzoeken en andere geologische gegevens, de interpretatie van deze gegevens en de daarbij gehanteerde onzekerheidsanalyse;
- 2°
een beschrijving van de locale en regionale geologie;
- 3°
indien het een vergunning voor koolwaterstoffen betreft: een beschrijving van de verwachte hoeveelheid aanwezige delfstof per mogelijk aanwezig voorkomen;
- e.
andere gegevens die de aanvrager heeft gebruikt bij de onderbouwing van de aanvraag.
3.
Indien de aanvraag wordt ingediend door meerdere aanvragers gezamenlijk, worden de in het tweede lid, onderdelen a en b, bedoelde gegevens ten aanzien van iedere aanvrager afzonderlijk verstrekt. Tevens wordt aangegeven onder welke voorwaarden de samenwerking tussen de aanvragers plaatsvindt.