RvdW 2017/188
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging wegens niet-nakoming verplichtingen (art. 350 Fw); ontbreken toerekenbaarheid i.v.m. psychische toestand (art. 354 Fw)?; nalatigheid bewindvoerder.
HR 27-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:110
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/02831
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:110, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1434, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging wegens niet-nakoming verplichtingen (art. 350 Fw); ontbreken toerekenbaarheid i.v.m. psychische toestand (art. 354 Fw)?; nalatigheid bewindvoerder.
Het hof heeft zijn oordeel dat de geconstateerde tekortkomingen verzoekster tot cassatie kunnen worden toegerekend onvoldoende gemotiveerd doordat het de gestelde nalatigheid van de bewindvoerder om de aanvraag van een beschermingsbewind ‘nauwgezet te monitoren’ zoals verzocht door de rechtbank die het aanvragen van een beschermingsbewind door verzoekster gezien haar persoon en haar psychische toestand nodig achtte voor een succesvolle voortzetting van de schuldsaneringsregeling, niet bij zijn oordeel heeft betrokken.
Samenvatting
Verzoekster tot cassatie was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.