V-N Vandaag 2020/1493
Gelijkwaardigheidsbeginsel volgens A-G niet geschonden bij vaststelling premieplicht Rijnvarende
HR (A-G) 07-05-2020, ECLI:NL:PHR:2020:237
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
7 mei 2020
- Zaaknummer
19/02988
19/04698
19/04835
19/04609
19/04564
19/04565
19/04566
19/04567
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1237, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1236, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1150, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1244, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1238, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1242, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1235, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1151, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:446, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:238, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:559, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑05‑2020
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het gelijkwaardigheidsbeginsel niet is geschonden. Omdat er sprake is van een grensoverschrijdende situatie, kan een Rijnvarende zich genoodzaakt zien om twee procedures te voeren: één over de stelselaanwijzing en één over de premieheffing.
Samenvatting
Belanghebbende, X, werkt in loondienst voor het Luxemburgse E. Hij is werkzaam in het internationale vervoer over de Europese binnenwateren (Rijnoeverstaten). Het binnenschip waarop X zijn werkzaamheden verricht, is eigendom van het Nederlandse H vof. In zijn IB-aangiften 2011 - 2014 claimt X vrijstelling voor de PVV, omdat de bevoegde sociale zekerheidsautoriteit in Luxemburg in 2006 een E101-verklaring heeft afgegeven. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.