Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 11 Risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2019
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 141 (uitgifte: 28-05-2019, regelingnummer: 2019/834)
- Inwerkingtreding
17-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 141 (uitgifte: 28-05-2019, regelingnummer: 2019/834)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die een niet door een CTP gecleard otc-derivatencontract sluiten, zien er met de nodige zorgvuldigheid op toe dat passende procedures en regelingen worden ingevoerd om operationele risico's en tegenpartijkredietrisico's te meten, te bewaken en te limiteren, waaronder ten minste:
- a)
elektronische middelen — voor zover beschikbaar — om de tijdige bevestiging van de voorwaarden van het desbetreffende otc-derivatencontract te verzekeren;
- b)
gestandaardiseerde processen die robuust, veerkrachtig en controleerbaar zijn, om portefeuilles te laten aansluiten, het gerelateerde risico te beheren, geschillen tussen partijen vroegtijdig vast te stellen en op te lossen, en de waarde van uitstaande contracten te bewaken.
2.
Financiële tegenpartijen en de in artikel 10 bedoelde niet-financiële tegenpartijen waarderen uitstaande contracten dagelijks tegen marktwaarde. Indien waardering tegen marktwaarde door de marktomstandigheden onmogelijk wordt gemaakt, wordt gebruikgemaakt van een betrouwbare en prudente waardering op basis van een modellenbenadering.
3.
Financiële tegenpartijen beschikken over risicobeheerprocedures die een tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden voorschrijven met betrekking tot otc-derivatencontracten die op of na 16 augustus 2012 worden gesloten. Niet-financiële tegenpartijen als bedoeld in artikel 10 beschikken over risicobeheerprocedures die een tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden voorschrijven met betrekking tot otc-derivatencontracten die worden gesloten op of na de datum waarop de clearingdrempel wordt overschreden.
4.
Financiële tegenpartijen houden met het oog op het beheer van niet door een passende uitwisseling van zekerheden gedekte risico's in passende en evenredige mate kapitaal aan.
5.
Het in lid 3 van dit artikel neergelegde vereiste is niet van toepassing op een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3 welke wordt gesloten door tegenpartijen die in dezelfde lidstaat gevestigd zijn, mits er geen praktische of juridische belemmering aanwezig of te voorzien is die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.
6.
Een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3, lid 2, punten a), b) of c), welke wordt gesloten door tegenpartijen die in verschillende lidstaten gevestigd zijn, wordt geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van het in lid 3 van dit artikel neergelegde vereiste op basis van een positief besluit van beide relevante bevoegde autoriteiten, mits de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- a)
de risicobeheerprocedures van de tegenpartijen zijn voldoende degelijk en solide, en zijn consistent met het complexiteitsniveau van de derivatentransactie;
- b)
er is geen praktische of juridische belemmering aanwezig of te voorzien die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.
Indien de bevoegde autoriteiten er niet in slagen binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek om vrijstelling tot een positief besluit te komen, kan ESMA deze autoriteiten assisteren bij het bereiken van een akkoord in overeenstemming met haar bevoegdheden tot schikking van meningsverschillen krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
7.
Een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3, lid 1, welke wordt gesloten door niet-financiële tegenpartijen die in verschillende lidstaten gevestigd zijn, wordt vrijgesteld van het in lid 3 van dit artikel neergelegde vereiste, mits de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- a)
de risicobeheerprocedures van de tegenpartijen zijn voldoende degelijk en solide, en zijn consistent met het complexiteitsniveau van de derivatentransactie;
- b)
er is geen praktische of juridische belemmering aanwezig of te voorzien die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.
De niet-financiële tegenpartijen stellen de in artikel 10, lid 5, bedoelde bevoegde autoriteiten in kennis van hun voornemen om de vrijstelling toe te passen. De vrijstelling is geldig tenzij een van beide in kennis gestelde bevoegde autoriteiten de in onder a) of onder b) van de eerste alinea bedoelde voorwaarden binnen drie maanden na de datum van kennisgeving niet vervuld acht.
8.
Een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3, lid 2, punten a) tot en met d), die wordt gesloten door een tegenpartij die in de Unie is gevestigd en een tegenpartij die in het rechtsgebied van een derde land gevestigd is, wordt geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van het in lid 3 van dit artikel neergelegde vereiste op basis van een positief besluit van de relevante bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de in de Unie gevestigde tegenpartij, mits de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- a)
de risicobeheerprocedures van de tegenpartijen zijn voldoende degelijk en solide, en zijn consistent met het complexiteitsniveau van de derivatentransactie;
- b)
er is geen praktische of juridische belemmering aanwezig of te voorzien die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.
9.
Een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3, lid 1, van dit artikel welke wordt gesloten door een niet-financiële tegenpartij die in de Unie is gevestigd en een tegenpartij die in het rechtsgebied van een derde land gevestigd is, wordt vrijgesteld van het in lid 3 neergelegde vereiste, mits de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- a)
de risicobeheerprocedures van de tegenpartijen zijn voldoende degelijk en solide, en zijn consistent met het complexiteitsniveau van de derivatentransactie;
- b)
er is geen praktische of juridische belemmering aanwezig of te voorzien die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.
De niet-financiële tegenpartij stelt de in artikel 10, lid 5, bedoelde bevoegde autoriteit in kennis van haar voornemen om de vrijstelling toe te passen. De vrijstelling is geldig tenzij één van de in kennis gestelde bevoegde autoriteiten de in onder a) of onder b) van de eerste alinea bedoelde voorwaarden binnen drie maanden na de datum van kennisgeving niet vervuld acht.
10.
Een intragroeptransactie als bedoeld in artikel 3, lid 1, van dit artikel welke wordt gesloten door een niet-financiële tegenpartij en een financiële tegenpartij die in verschillende lidstaten gevestigd zijn, wordt geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van het in lid 3 neergelegde vereiste op basis van een positief besluit van de relevante bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de financiële tegenpartij, mits de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- a)
de risicobeheerprocedures van de tegenpartijen zijn voldoende degelijk en solide, en zijn consistent met het complexiteitsniveau van de derivatentransactie;
- b)
er is geen praktische of juridische belemmering aanwezig of te voorzien die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.
De relevante bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de financiële tegenpartij stelt de in artikel 10, lid 5, bedoelde bevoegde autoriteit in kennis van het bedoelde besluit. De vrijstelling geldt tenzij de in kennis gestelde bevoegde autoriteit de in onder a) of onder b) van de eerste alinea bedoelde voorwaarden niet vervuld acht. Indien de bevoegde autoriteiten het niet eens worden, kan ESMA die autoriteiten helpen tot overeenstemming te komen overeenkomstig haar bevoegdheden uit hoofde van artikel 19 Verordening (EU) nr. 1095/2010.
11.
De tegenpartij van een intragroeptransactie waarvoor vrijstelling van het in lid 3 neergelegde vereiste is verleend, maakt de gegevens betreffende de vrijstelling openbaar.
Een bevoegde autoriteit stelt ESMA in kennis van elk besluit dat uit hoofde van lid 6, lid 8 of lid 10 is genomen alsook van elke kennisgeving die zij uit hoofde van lid 7, lid 9 of lid 10 heeft ontvangen, en doet de gegevens inzake de betrokken intragroeptransactie aan ESMA toekomen.
12.
De in de leden 1 tot en met 11 vervatte verplichtingen gelden voor derivatencontracten welke gesloten zijn tussen entiteiten van een derde land die aan deze verplichtingen onderworpen zouden zijn indien zij in de Unie gevestigd waren, als deze contracten aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen binnen de Unie hebben of indien de verplichting in kwestie passend of noodzakelijk is om te voorkomen dat bepalingen van deze verordening worden omzeild.
13.
ESMA controleert regelmatig de activiteiten met betrekking tot derivaten die niet voor clearing in aanmerking komen, teneinde mogelijke systeemrisico's die van een bepaalde klasse van contracten uitgaan, te kunnen opsporen en om regelgevingsarbitrage tussen geclearde en niet-geclearde derivatentransacties te voorkomen. In het bijzonder neemt ESMA, na raadpleging van het ESRB, maatregelen in overeenstemming met artikel 5, lid 3, of herziet de technische reguleringsnormen inzake marginvereisten, zoals neergelegd in lid 14 van dit artikel en in artikel 41.
14.
Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op, waarin wordt gespecificeerd:
- a)
de procedures en regelingen als bedoeld in lid 1;
- b)
de marktomstandigheden waardoor waardering tegen marktwaarde onmogelijk wordt gemaakt, en de criteria voor waardering op basis van een modellenbenadering als bedoeld in lid 2;
- c)
de gegevens betreffende de vrijgestelde intragroeptransacties die moeten worden opgenomen in de kennisgeving als bedoeld in de leden 7, 9 en 10;
- d)
de nadere gegevens betreffende vrijgestelde intragroeptransacties als bedoeld in lid 11;
- e)
de contracten die worden geacht aanzienlijke en voorzienbare rechtstreekse gevolgen binnen de Unie te hebben of de gevallen waarin het passend of noodzakelijk is te voorkomen dat bepalingen van deze verordening als bedoeld in lid 12 worden omzeild.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 september 2012 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
15.
Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stellen de ETA’s ontwerpen van gemeenschappelijke technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van:
- a)
de risicobeheerprocedures, inclusief de niveaus en de soorten zekerheden en scheidingsregelingen, bedoeld in lid 3;
- a bis)
de toezichtsprocedures voor het waarborgen van de initiële en doorlopende validering van die risico beheerprocedures;
- b)
de procedures die de tegenpartijen en de betrokken bevoegde autoriteiten moeten volgen voor het aanvragen van vrijstellingen in de zin van de leden 6 tot en met 10;
- c)
de toepasselijke criteria als bedoeld in de leden 5 tot en met 10, met name ter bepaling van hetgeen moet worden beschouwd als een praktische of juridische belemmering voor de onmiddellijke overboeking van eigen vermogen en de terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen.
Het niveau en type van de vereiste zekerheden met betrekking tot otc-derivatencontracten die door gedekteobligatie- entiteiten in verband met een gedekte obligatie of door een special purpose entity voor securitisatiedoeleinden in verband met een securitisatie in de zin van deze verordening worden gesloten en voldoen aan de voorwaarden van artikel 4, lid 5, van deze verordening en de vereisten van artikel 18, en van de artikelen 19 tot en met 22 of de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EU) 2017/2402 [de securitisatieverordening], worden bepaald rekening houdend met belemmeringen bij de uitwisseling van zekerheden met betrekking tot bestaande zekerheids-overeenkomsten in het kader van de gedekte obligatie of securitisatie.
De ESA's dienen die ontwerpen van technische reguleringsnormen, uitgezonderd die welke zijn bedoeld in de eerste alinea, punt a bis), uiterlijk 18 juli 2018 bij de Commissie in.
EBA dient in samenwerking met ESMA en EIOPA de in de eerste alinea, punt a bis), bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 18 juni 2020 bij de Commissie in.
Afhankelijk van het juridische karakter van de tegenpartij wordt aan de Commissie de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 of (EU) nr. 1095/2010.