RAR 2024/53
Verklaring voor recht. Op welke wijze dient het petitum bij een vordering tot het geven van een verklaring voor recht te worden uitgelegd?
HR 12-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:22
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 januari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
22/04386
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS950105:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:22, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:900, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑10‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2022
- Wetingang
Art. 3:302 BW
Essentie
Verklaring voor recht. Arbeidsongeval. Grensoverschrijdende arbeid. Petitum.
Op welke wijze dient het petitum bij een vordering tot het geven van een verklaring voor recht te worden uitgelegd?
Samenvatting
Werknemer is in 2006 bij Smetjet in dienst getreden in de functie van industrieel reiniger. Hij woont in België en Smetjet was en is in België gevestigd. De arbeidsovereenkomst bevat geen rechtskeuze. De werknemer heeft op 23 september 2009 in Nederland een ongeval gehad bij het bedrijf waar hij toen in opdracht van Smetjet werkzaamheden verrichtte. Hierbij heeft de werknemer letsel opgelopen doordat hij de giftige stof röstgut heeft ingeademd. Zowel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.