RN 2016/11
Erfbelasting. Is de waardering van art. 21 lid 5 SW leidend ongeacht de waarde van de civielrechtelijke verkrijging?
HR 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3491
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 2015
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, M.E. van Hilten
- Zaaknummer
14/04115
- Conclusie
A-G mr. R.L.H.IJzerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS174270:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3491, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1978, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Erfbelasting. Erfrechtelijke verkrijging. Waardering onroerende zaken.
Is de waardering van art. 21 lid 5 SW leidend ongeacht de waarde van de civielrechtelijke verkrijging?
Samenvatting
Tot de nalatenschap van erflaatster behoort een woning met een WOZ-waarde van € 457.000. In haar testament heeft erflaatster belanghebbende onterfd en haar overige kinderen tot haar erfgenamen benoemd. Aan belanghebbende zijn twee legaten toegekend. De aan belanghebbende toekomende legaten zijn, uitgaande van een waarde van de woning van € 400.000, aangegeven voor een waarde van € 60.000. De inspecteur heeft de aan belanghebbende toegekende legaten vastgesteld op een waarde van € 62.430 uitgaande van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.