Einde inhoudsopgave
Verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen
Artikel 14 [Toepasselijkheid op andere gebieden dan moederland]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1962
- Bronpublicatie:
15-04-1958, Trb. 1959, 187 (uitgifte: 22-12-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1962
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-1963, Trb. 1963, 27 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Dit Verdrag is van rechtswege van toepassing in het moederland van de verdragsluitende Staten.
2.
Indien een verdragsluitende Staat de inwerkingtreding ervan wenst in alle of enige van de andere grondgebieden, voor welker internationale betrekkingen hij verantwoordelijk is, geeft hij van zijn voornemen daartoe kennis door een akte, die wordt nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland. Dit doet, langs diplomatieke weg, een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van die akte aan ieder der verdragsluitende Staten toekomen.
3.
Deze verklaring heeft slechts gevolg voor elk niet tot het moederland behorend gebied in de betrekkingen tussen de Staat die haar heeft afgelegd en de Staten die hebben verklaard haar te aanvaarden. Deze laatste verklaring wordt nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland; dit doet, langs diplomatieke weg, een gewaarmerkt afschrift hiervan aan ieder der verdragsluitende Staten toekomen.