RVR 2023/66
Voortzetting huur door samenwoner. In hoeverre is het aan de persoon die in het gehuurde achterblijft na overlijden van de huurder om aan te tonen dat hij voldoende financiële waarborgen biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur?
HR 26-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:804
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 mei 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/01040
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS715673:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:804, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Huur woonruimte. Overlijden huurder. Voortzetting huur door samenwoner. Financiële waarborgen.
In hoeverre is het aan de persoon die in het gehuurde achterblijft na overlijden van de huurder om aan te tonen dat hij voldoende financiële waarborgen biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur?
Samenvatting
Eiser tot cassatie (hierna te noemen: ‘samenwoner’) schrijft zich in december 2011 in op het adres van de woning die zijn ouders sinds 1 juli 1985 huren. Vanaf dat moment zorgt samenwoner samen met zijn vader als mantelzorger voor zijn moeder. In 2012 komt moeder te overlijden. Nadien zorgt samenwoner voor zijn vader ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.