De goede procesorde
Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/10.1:10.1 Inleiding
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/10.1
10.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS376260:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
568. In de vorige hoofdstukken zijn de aard en de normatieve inhoud van verwijzingen naar de (eisen van een) goede procesorde of rechtspleging aan bod gekomen. Daarmee is nog geen antwoord gegeven op de vraag welke functies deze verwijzingen hebben. Waarom doen wetgever, rechter of procespartijen een beroep op de goede procesorde en welke betekenis heeft de goede procesorde als normatief begrip voor het burgerlijk procesrecht?
Vanuit verschillende perspectieven laten zich diverse functies van verwijzingen naar de (eisen van een) goede procesorde onderscheiden. In dit hoofdstuk worden ter beschrijving van de functies die uit het onderzoek van regelgeving en jurisprudentie naar voren kwamen drie perspectieven gehanteerd. Ten eerste wordt de verwijzing naar de eisen van een goede procesorde bezien als middel in handen van wetgever, rechter en partijen om een bepaald, door hen nagestreefd doel te bereiken. Dit perspectief wordt aangeduid als het instrumentele perspectief. Ten tweede bleek uit de onderzochte regelgeving en rechtspraak dat van een verwijzing naar de eisen van een goede procesorde een normatieve werking uitgaat. Deze normatieve werking zal nader worden ontleed bij de beschrijving van de functies van de verwijzingen vanuit het normatieve perspectief. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de functies die verwijzingen naar de eisen van een goede procesorde hebben voor het burgerlijk procesrecht als juridisch systeem. Dit 'meta'-perspectief, dat beide eerder genoemde perspectieven omvat, wordt aangeduid als het systeemperspectief.