Prg. 2020/6
Ook wilsonbekwame kan rechter wraken. De rechter heeft na diens wraking ten onrechte beslist met een beroep op de aflopende beslistermijn in de Wet Bopz; deze biedt echter voldoende waarborgen om de schorsende werking van het wrakingsverzoek eerst na vijf dagen te doorbreken. Hoor en wederhoor geschonden.
HR 01-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1691
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 november 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01103
- Conclusie
P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177346:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1691, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Mag gewraakte rechter telkens alvast beslissen in kwestie met korte beslistermijn, alvorens behandeling wrakingverzoek af te wachten?
Nee, principieel standpunt Hoge Raad: als er voldoende waarborgen zijn (in dit geval in Wet Bopz), moet allereerst op wrakingsverzoek worden beslist.
Samenvatting
Tijdens de mondelinge behandeling over voortzetting van de inbewaringstelling Wet Bopz heeft de betrokkene de rechter gewraakt. De rechter heeft daarop de behandeling aangehouden, maar in een later stadium wel alsnog de door de OvJ verzochte voorzetting toegewezen. Volgens de rechter is dat gedaan, omdat op de dag van de zitting de beslistermijn zou verlopen.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.