Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet verdrag chemische wapens
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 30-04-1997
- Bronpublicatie:
08-06-1995, Stb. 1995, 338 (uitgifte: 04-07-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23911 Overheid.nl: 23911)
- Inwerkingtreding
30-04-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-1997, Stb. 1997, 180 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
Het internationale inspectieteam is bevoegd om, vergezeld door het begeleidingsteam en met medeneming van de benodigde apparatuur, bij het verrichten van een internationale routine-inspectie fabriekscomplexen, fabrieken en eenheden te betreden voor zover het dat voor de uitvoering van die inspectie nodig acht. Het hoofd van het begeleidingsteam kan daartoe zo nodig de hulp van de sterke arm inroepen.
2.
Het internationale inspectieteam is bevoegd om, vergezeld door het begeleidingsteam en met medeneming van de benodigde apparatuur, bij het verrichten van een internationale uitdagingsinspectie elke plaats te betreden voor zover het dat voor de uitvoering van die inspectie nodig acht. Het hoofd van het begeleidingsteam kan daartoe zo nodig de hulp van de sterke arm inroepen.
3.
In afwijking van artikel 1, eerste lid, van de Algemene wet op het binnentreden rust de verplichting zich voorafgaand aan het binnentreden in een woning te legitimeren en mededeling te doen van het doel van het binnentreden op de leden van het begeleidingsteam.
4.
In afwijking van artikel 2, eerste lid, van de Algemene wet op het binnentreden is het internationale inspectieteam, vergezeld door het begeleidingsteam, bevoegd om zonder machtiging een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner.
5.
Het hoofd van het begeleidingsteam maakt het schriftelijk verslag, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Algemene wet op het binnentreden. In dit verslag vermeldt hij tevens de namen en de hoedanigheden van de leden van het begeleidingsteam en van de inspecteurs.