RvdW 2021/661
Art. 81 lid 1 RO. Beslagrecht. Executoriaal beslag door Ontvanger. Beroep op gezag van gewijsde voor het eerst in cassatie.
HR 18-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:945
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 juni 2021
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/01052
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:945, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:369, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Beslagrecht. Executoriaal beslag door Ontvanger. Beroep op gezag van gewijsde voor het eerst in cassatie.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01052
Datum 18 juni 2021
ARREST
In de zaak van
[eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: [eiser],
advocaat: Y.E.J. Geradts,
tegen
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST, kantoorhoudende te Zwolle,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
hierna: de Ontvanger,
advocaten: J.W.H. van Wijk en J.W. de Jong.