Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneeskundigen
Artikel 7.3 Vrijstelling snavelbehandeling pluimvee
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2023
- Bronpublicatie:
03-07-2023, Stcrt. 2023, 18697 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/30502399)
- Inwerkingtreding
01-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2023, Stcrt. 2023, 18697 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/30502399)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Van het verbod, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, van de wet en voor zover wordt voldaan aan artikel 2.7, eerste lid, van het besluit, wordt tot 1 januari 2019 vrijstelling verleend voor het verkorten van de boven- of ondersnavel bij kalkoenen en kippen, mits:
- a.
de ingreep is verricht wanneer het dier jonger is dan tien dagen;
- b.
de ingreep dient ter voorkoming van pikkerij en kannibalisme;
- c.
het dier gehouden wordt of aantoonbaar bestemd is om te worden gehouden in een huisvestingssysteem waarin de kippen of kalkoenen zich vrijelijk over de vloer van de stal of op en naar verschillende niveaus van de stal kunnen bewegen of in een aangepast kooihuisvestingssysteem, en
- d.
gebruik gemaakt wordt van de infraroodmethode om de snavels te verkorten, met uitzondering van de gevallen waarin het dier is geïmporteerd en waarvan in het land van herkomst de snavel niet is verkort of het dier nakomeling is van een jong moederdier.
2.
In afwijking van het eerste lid, aanhef, geldt de vrijstelling voor:
- a.
dieren die dienen als moederdieren van trager groeiende vleeskuikens tot 1 september 2026; en
- b.
dieren die dienen als legouderdieren of (over)grootouderdieren, eendagskuikens van kippen bestemd voor de export of kalkoenen tot 1 september 2028.
3.
In afwijking van het eerste lid, aanhef, geldt de vrijstelling voor pluimvee dat op moment van inwerkingtreding van deze regeling wordt gehouden in verandastallen met geïntegreerde plastic voerpannen, tot 1 januari 2027.