Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneeskundigen
Artikel 7.4 Vrijstelling vriesbranden runderen
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2022, Stcrt. 2022, 34337 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22566991)
- Inwerkingtreding
21-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2022, Stcrt. 2022, 34337 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22566991)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Van het verbod, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, van de wet en artikel 2.7, tweede lid, van het besluit wordt, voor zover aan het eerste lid van laatstbedoeld artikel wordt voldaan, aan de houder van runderen vrijstelling verleend voor het verrichten van de ingreep, bedoeld in artikel 2.6, onderdeel d, van het besluit bij runderen, naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen.
2.
De houder van de runderen is slechts vrijgesteld indien de ingreep vóór 1 juni 2019 deel uitmaakte van zijn bedrijfsvoering en hij zich daartoe vóór 1 augustus 2019 bij de minister aanmeldt met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.
3.
De vrijstelling heeft betrekking op de door de houder op zijn bedrijf, met het daaraan toegewezen UBN, gehouden runderen.
4.
De vrijstelling vervalt bij overdracht of een andere wijziging in de juridische vorm of structuur van het bedrijf.
5.
De vrijstelling is niet van toepassing op runderen die zijn geboren na 31 december 2024.
6.
De vrijstelling geldt tot 1 januari 2027.