Einde inhoudsopgave
Wet financiering politieke partijen
Artikel 8
Geldend
Geldend van 05-10-2024 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
De bedragen zijn van toepassing op het subsidiejaar 2024.
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 32170 (uitgifte: 04-10-2024, regelingnummer: 2024-0000678587)
18-09-2024, Stcrt. 2024, 32170 (uitgifte: 04-10-2024, regelingnummer: 2024-0000678587)
- Inwerkingtreding
05-10-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 32170 (uitgifte: 04-10-2024, regelingnummer: 2024-0000678587)
18-09-2024, Stcrt. 2024, 32170 (uitgifte: 04-10-2024, regelingnummer: 2024-0000678587)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Kiesrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De subsidie bedraagt ten hoogste de som van de volgende bedragen:
- a.
een basisbedrag van € 280.352, per kamerzetel van de politieke partij een bedrag van € 85.739 en per lid van de politieke partij een bedrag dat gelijk is aan € 3.151.769 gedeeld door het totale aantal leden van de politieke partijen die op de peildatum subsidie ontvangen;
- b.
indien de politieke partij op de peildatum een politiek-wetenschappelijk instituut heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 2, een basisbedrag van € 208.094 en een bedrag van € 21.646 per kamerzetel van de politieke partij;
- c.
indien de politieke partij op de peildatum een politieke jongerenorganisatie heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 3, een basisbedrag dat gelijk is aan € 393.179 gedeeld door het aantal politieke jongerenorganisaties die op de peildatum in aanmerking komen voor subsidie, een bedrag per kamerzetel van de politieke partij dat gelijk is aan € 1.277.831 gedeeld door het totale aantal kamerzetels van de politieke partijen die op de peildatum een politieke jongerenorganisatie hebben aangewezen en een bedrag per lid van de politieke jongerenorganisatie dat gelijk is aan € 294.884 gedeeld door het totale aantal leden van alle aangewezen politieke jongerenorganisaties;
- d.
indien de politieke partij op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 4, een basisbedrag en een bedrag per kamerzetel van de politieke partij, berekend overeenkomstig het derde lid.
2.
Het basisbedrag, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 728.222 te delen door het totale aantal politieke partijen dat op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten heeft aangewezen. Het bedrag per kamerzetel, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 1.047.929 te delen door het totale aantal kamerzetels van de politieke partijen die op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten hebben aangewezen.
3.
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt voor de vaststelling van het aantal kamerzetels van een politieke partij, het aantal leden van een politieke partij en het aantal leden van een politieke jongerenorganisatie uitgegaan van de peildatum.
4.
De bedragen, genoemd in het eerste en tweede lid, worden jaarlijks met ingang van 1 januari bij ministeriële regeling gewijzigd, overeenkomstig de voor de rijksbegroting gehanteerde loon- en prijsbijstelling en afgerond op het naastbij gelegen gehele getal.