HR, 28-10-2011, nr. 10/00642: MAG/Edco

Documentgegevens:

HR 28-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3059 (MAG/Edco)

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 28 oktober 2011
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser en G. Snijders
Zaaknummer: 10/00642
Conclusie: A-G mr. D.W.F. Verkade
LJN: BR3059
Roepnaam: MAG/Edco
Vakgebied(en): Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BR3059, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR3059, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2010
Wetingang: Berner Conventie art. 2 lid 7; BVIE art. 2.1; BTMW (oud) art. 14 lid 1 en 8; Protocol houdende wijziging van de Eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen van Brussel van 20 juni 2002 art. IV

Essentie

Intellectuele eigendom. MAG heeft ten aanzien van haar zaklampen Benelux vormmerken gedeponeerd. Edco verkoopt ook zaklampen.

1. Auteursrecht. Materiële reprociteitstoets. Concrete toetsing. Bewijslast. De rechter dient bij het uitvoeren van de materiële reprociteitstoets van art. 2 lid 7 Berner Conventie te letten op alle factoren die in het land van oorsprong bepalend zijn voor de vraag of, en zo ja, in hoeverre de partij die in Nederland aanspraak maakt op auteursrechtelijke bescherming van het betrokken voorwerp, in het land van oorsprong een zodanige bescherming geniet. Daartoe behoren ook met het concrete werk samenhangende factoren. De partij die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.