RBP 2024/10
Inschrijven rechtsmiddelenregister. Kan de door de rechtbank gegeven verklaring voor recht worden aangemerkt als een verklaring van waardeloosheid in de zin van art. 3:29 lid 1 BW?
HR 22-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1800
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2023
- Magistraten
Mrs. C.H.Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C.Makkink
- Zaaknummer
22/04057
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- JCDI
JCDI:ADS944920:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1800, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:874, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑10‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2022
- Wetingang
Art. 3:45 BW
Essentie
Verklaring voor recht dat hypotheekrechten nietig zijn. Verklaring van waardeloosheid? Ontvankelijkheid hoger beroep.
Kan de door de rechtbank gegeven verklaring voor recht worden aangemerkt als een verklaring van waardeloosheid in de zin van art. 3:29 lid 1 BW?
Samenvatting
De rechtbank heeft op vordering van erflater in eerste aanleg voor recht verklaard dat de door Solidiam aan diens aandeelhouders verleende rechten van hypotheek nietig zijn als gevolg van de vernietiging (art. 3:45 BW) door erflater van de onderliggende overeenkomsten tussen Solidiam en diens aandeelhouders. Ook heeft de rechtbank bepaald dat op de voet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.