NJB 2020/31
De ‘Mr. Big’-methode op grond van art. 126j lid 1 Sv: dit betreft niet een eenduidige, nauw omlijnde opsporingsmethode maar een algemene en globale aanduiding voor een operatie waarbij een belangrijke rol speelt het heimelijk optreden van de politie dat is gericht op het winnen van het vertrouwen van de verdachte teneinde deze ertoe te brengen een bekentenis af te leggen aan de politieambtenaren.
HR 17-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1982
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink, A.L.J. van Strien en M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/00565
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1982, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1042, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
De ‘Mr. Big’-methode op grond van art. 126j lid 1 Sv: dit betreft niet een eenduidige, nauw omlijnde opsporingsmethode maar een algemene en globale aanduiding voor een operatie waarbij een belangrijke rol speelt het heimelijk optreden van de politie dat is gericht op het winnen van het vertrouwen van de verdachte teneinde deze ertoe te brengen een bekentenis af te leggen aan de politieambtenaren. Beoordelingskader: omdat geen algemeen en eenduidig juridisch antwoord kan worden gegeven op de vraag of ‘Mr. Big’ als opsporingsmethode wel of niet toelaatbaar is, zet de Hoge Raad met aanhaling van HR 9 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.