RvdW 2014/646
Wijze van voeging benadeelde partij in hoger beroep.
HR 08-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:861
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/01577
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:861, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑11‑2013
- Wetingang
Essentie
De voeging van de benadeelde partij hoeft niet door middel van het voegingsformulier als bedoeld in art. 51g lid 1 Sv.
Het hof kon de e-mail van aangeefsters dat zij spoedig wilden vernemen omtrent de beslissing van het hof over het ingediende verzoek tot schadevergoeding aanmerken als een verwijzing naar de eerste vordering als bedoeld in art. 421 lid 3 Sv.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 1 maart 2013, nummer 24/001159-12, in de strafzaak tegen: B. Adv. mr. V.C. van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.