Einde inhoudsopgave
Besluit (2006/1016/EG) tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2006
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
19-12-2006, PbEU 2006, L 414 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 2006/1016/EG)
- Inwerkingtreding
30-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2006, PbEU 2006, L 414 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 2006/1016/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Besluit van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 181 A,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Sinds 1963 voert de Europese Investeringsbank (hierna ‘de EIB’ genoemd) verrichtingen uit buiten de Gemeenschap ter ondersteuning van het externe beleid van de Gemeenschap.
- (2)
De meeste van deze verrichtingen worden uitgevoerd op verzoek van de Raad onder dekking van een door de Commissie beheerde communautaire begrotingsgarantie. De meest recente communautaire garantie werd ingesteld voor de periode 2000–2007 bij Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (2) en bij Besluiten 2001/777/EG (3) en 2005/48/EG (4) voor leningsactiviteiten in specifieke regio's.
- (3)
Om het externe optreden van de EU te kunnen ondersteunen zonder afbreuk te doen aan de kredietwaardigheid van de EIB, dient de EIB een communautaire begrotingsgarantie te worden verleend voor verrichtingen buiten de Gemeenschap. De EIB moet worden aangemoedigd haar verrichtingen buiten de Gemeenschap, en met name in de pretoetredingslanden, de Middellandse Zeelanden en investeringswaardige landen in andere regio's, uit te breiden zonder gebruikmaking van de communautaire garantie. Tevens dient de aard van de dekking van de communautaire garantie te worden verduidelijkt door te preciseren dat zij politieke en landenrisico's dekt.
- (4)
De communautaire garantie dient verliezen op leningen en leninggaranties te dekken voor in aanmerking komende investeringsprojecten van de EIB in landen die vallen onder het instrument voor pretoetredingssteun (5) (hierna ‘het IPA’ genoemd), het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (6) (hierna ‘het ENPI’ genoemd) en het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (hierna ‘het IOS’ genoemd), mits de betrokken leningfinanciering of -garantie is toegekend krachtens een ondertekende overeenkomst die niet verstreken of geannuleerd is (hierna ‘financieringsverrichtingen van de EIB’ genoemd).
- (5)
De op grond van dit besluit door een communautaire garantie gedekte bedragen gelden als maxima voor de EIB-financiering met een communautaire garantie. Zij vormen geen verplichte streefdoelen voor de EIB.
- (6)
De EU-beleidslijnen op het gebied van externe betrekkingen zijn de laatste jaren herzien en uitgebreid. Dit is met name het geval geweest voor de pretoetredingsstrategie zoals geformuleerd in het Strategiedocument 2005 over de uitbreiding van de Commissie, voor het Europees nabuurschapsbeleid zoals geformuleerd in het strategiedocument van de Commissie van 12 mei 2004, voor de hernieuwde partnerschappen met Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië en voor het strategische partnerschap van de EU met Rusland, China en India.
- (7)
Vanaf 2007 zullen de externe betrekkingen van de EU ook worden ondersteund door de nieuwe financiële instrumenten, namelijk het IPA, het ENPI, het IOS en het stabiliteitsinstrument (7).
- (8)
De financieringsverrichtingen van de EIB moeten consistent zijn met de externe beleidslijnen van de EU, die ook specifieke regionale doelstellingen omvatten, en deze ondersteunen. De financiering van de EIB moet complementair zijn met de overeenkomstige beleidsinitiatieven, programma's en instrumenten voor communautaire steun in de verschillende regio's. Verder moeten ook milieubescherming en de energiezekerheid van de lidstaten tot de financieringsdoelstellingen van de EIB in alle in aanmerking komende regio's behoren. De financieringsverrichtingen van de EIB dienen plaats te vinden in landen die voldoen aan passende voorwaarden die in overeenstemming zijn met overeenkomsten op hoog niveau met de EU over politieke en macro-economische aspecten.
- (9)
De beleidsdialoog tussen de Commissie en de EIB en de strategische planning en samenhang tussen de financieringsactiviteiten van de EIB en die van de Commissie moeten worden versterkt. De samenhang tussen EIB-activiteiten buiten de Gemeenschap en het EU-beleid dient te worden versterkt door middel van een intensievere samenwerking tussen de EIB en de Commissie, zowel op centraal niveau als op het terrein. Een dergelijke nauwere coördinatie dient onder meer het volgende te behelzen: vroegtijdig onderling overleg over beleidsaangelegenheden, opstelling van documenten van gemeenschappelijk belang en ontwerpprojecten. Met name vroegtijdig overleg over de door de Commissie of de EIB opgestelde strategische programmeringsdocumenten zal daarbij van belang zijn, teneinde een maximale synergie tussen de activiteiten van de EIB en die van de Commissie te bewerkstelligen en de vorderingen met de verwezenlijking van de desbetreffende EU-beleidsdoelstellingen te meten.
- (10)
De EIB-financiering in de pretoetredingslanden moet in overeenstemming zijn met de prioriteiten die zijn vastgelegd in het kader van de Europese partnerschappen, in de partnerschappen voor toetreding, in de stabilisatie- en associatieovereenkomsten en in het kader van onderhandelingen met de EU. Bij het EU-optreden in de westelijke Balkan dient het accent verder geleidelijk te verschuiven van wederopbouw naar pretoetredingssteun. In dit verband moet de EIB-activiteit ook de institutionele opbouw aanmoedigen, waar mogelijk in samenwerking met andere internationale financiële instellingen (hierna ‘IFI's’ genoemd) die in de regio actief zijn. Over de periode 2007–2013 zou de financiering van de kandidaat-lidstaten (Kroatië, Turkije en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) steeds meer moeten plaatsvinden in het kader van de door de EIB beschikbaar gestelde pretoetredingsfaciliteit, die gaandeweg dient te worden uitgebreid tot de potentiële kandidaat-lidstaten in de westelijke Balkan naarmate het toetredingsproces in deze landen vordert.
- (11)
Wat de onder het ENPI vallende landen betreft, dient de EIB haar activiteiten in het Middellandse Zeegebied voort te zetten en te consolideren, en daarbij de aandacht meer te richten op de ontwikkeling van de particuliere sector. In dit verband dienen de partnerlanden ook hun medewerking te verlenen aan de facilitering van de ontwikkeling van de particuliere sector en structurele hervormingen aan te moedigen, met name in de financiële sector, alsmede aan andere maatregelen ter facilitering van de activiteiten van de EIB, met name door ervoor te zorgen dat de EIB op lokale markten obligaties kan uitgeven. Wat Oost-Europa, de zuidelijke Kaukasus en Rusland betreft, dient de EIB haar activiteiten in de betrokken landen te intensiveren wanneer deze landen voldoen aan passende voorwaarden die in overeenstemming zijn met overeenkomsten op hoog niveau over politieke en macro-economische aspecten tussen de EU en het betrokken land. In deze regio dient de EIB projecten van significant belang voor de EU te financieren in vervoer-, energie-, telecommunicatie- en milieu-infrastructuur. Daarbij dient voorrang te worden gegeven aan projecten die betrekking hebben op uitgebreide belangrijke trajecten van een trans-Europees netwerk, projecten met grensoverschrijdende gevolgen voor een of meer lidstaten en belangrijke projecten die door middel van een betere connectiviteit de regionale integratie in de hand werken. In de milieu sector dient de EIB in Rusland bijzondere voorrang te verlenen aan projecten die passen in het kader van het Milieupartnerschap voor de Noordelijke Dimensie. In de energiesector zijn strategische projecten op het gebied van energievoorziening en -transport van bijzonder belang. De financieringsverrichtingen van de EIB in deze regio dienen te worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (hierna ‘de EBWO’ genoemd), en met name overeenkomstig de voorwaarden die moeten worden neergelegd in een tripartiet memorandum van overeenstemming tussen de Commissie, de EIB en de EBWO.
- (12)
De financiering van de EIB in de Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen zal geleidelijk op de samenwerkingsstrategie van de EU in deze regio's worden afgestemd en een aanvulling vormen op instrumenten die met communautaire begrotingsmiddelen worden gefinancierd. De EIB dient ernaar te streven haar activiteiten in deze regio's geleidelijk over een groter aantal landen, inclusief de minder welvarende, uit te breiden. De financiering van de EIB in de Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen moet de doelstellingen van de EU ondersteunen, en zich daarbij vooral richten op milieuduurzaamheid (onder meer beperking van de klimaatverandering) en projecten op het gebied van energiezekerheid, en de constante steun voor de EU-aanwezigheid in Azië en Latijns-Amerika door middel van directe buitenlandse investeringen, technologieoverdracht en knowhow. In verband met rentabiliteitsoverwegingen moet de EIB ook direct kunnen werken met lokale ondernemingen, in het bijzonder op het gebied van milieuduurzaamheid en energiezekerheid. Bij de tussentijdse evaluatie zullen de doelstellingen van de EIB-financiering in Azië en Latijns-Amerika opnieuw worden bekeken.
- (13)
In Centraal-Azië dient de EIB zich te concentreren op belangrijke projecten op het gebied van energievoorziening en -transport met grensoverschrijdende gevolgen. De EIB-financiering in Centraal-Azië dient plaats te vinden in nauwe samenwerking met de EBWO, en met name overeenkomstig de voorwaarden die moeten worden neergelegd in een tripartiet memorandum van overeenstemming tussen de Commissie, de EIB en de EBWO.
- (14)
Ter aanvulling van de EIB-activiteiten ten behoeve van de ACS-landen in het kader van de Overeenkomst van Cotonou dient de EIB zich in Zuid-Afrika te concentreren op infrastructuurprojecten van algemeen belang (zoals onder meer gemeentelijke infrastructuur en elektriciteits- en watervoorziening) en steun aan de particuliere sector, inclusief het midden- en kleinbedrijf. De uitvoering van de bepalingen inzake economische samenwerking van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de EU en Zuid-Afrika, zal de EIB-activiteit in deze regio verder stimuleren.
- (15)
Met het oog op een grotere samenhang van de algemene EU-steun in de betrokken regio's moeten mogelijkheden worden gezocht om de EIB-financiering via het IPA, het ENPI, het stabiliteitsinstrument en, voor Zuid-Afrika, het IOS te combineren met steun uit de EU-begroting, voor zover van toepassing, in de vorm van subsidies, risicokapitaal en rentesubsidies, benevens technische bijstand voor projectvoorbereiding en de implementatie of verbetering van het toezicht- en regelgevingskader.
- (16)
De EIB werkt reeds nauw samen met IFI's en met Europese bilaterale instellingen. Deze samenwerking wordt geregeld bij regiospecifieke memoranda van overeenstemming, die door de bestuursorganen van de EIB moeten worden goedgekeurd. Bij financieringsverrichtingen buiten de EU die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen, dient de EIB ernaar te streven, waar zulks relevant is, de coördinatie en samenwerking met IFI's en met Europese bilaterale instellingen verder te intensiveren, met inbegrip van, voor zover van toepassing, samenwerking op het vlak van sectorvoorwaarden, frequenter gebruik van cofinanciering en medewerking met andere IFI's in overkoepelende initiatieven, bijvoorbeeld ter bevordering van de coördinatie en efficiëntie van steunmaatregelen.
- (17)
De rapportage van de EIB en de Commissie over de financieringsverrichtingen van de EIB dient te worden verbeterd. Op basis van de informatie van de EIB dient de Commissie jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de in het kader van dit besluit uitgevoerde financieringsverrichtingen van de EIB. Bedoeld verslag dient met name in te gaan op de gecreëerde meerwaarde, overeenkomstig het EU-beleid ter zake, en op de samenwerking met de Commissie en andere IFI's en bilaterale donoren, onder meer op het gebied van cofinanciering.
- (18)
De bij dit besluit verleende communautaire garantie moet dienen ter dekking van de financieringsverrichtingen van de EIB welke worden ondertekend gedurende een periode die ingaat op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013. Om een balans te kunnen opmaken van de ontwikkelingen tijdens de eerste helft van deze periode, dienen de EIB en de Commissie een tussentijdse evaluatie van het besluit te verrichten. Deze evaluatie dient met name een externe evaluatie te omvatten, waarvan het mandaat in bijlage II nader wordt omschreven.
- (19)
De financieringsverrichtingen van de EIB dienen verder te worden beheerd in overeenstemming met de eigen regels en procedures van de Bank, welke onder meer in passende controlemaatregelen voorzien, alsook conform de relevante regels en procedures in verband met het toezicht door de Rekenkamer en OLAF.
- (20)
Het Garantiefonds, ingesteld bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 (8), dient te blijven fungeren als liquiditeitsbuffer voor de Gemeenschapsbegroting tegen verliezen op financieringsverrichtingen van de EIB.
- (21)
In overleg met de Commissie dient de EIB een indicatieve meerjarenprogrammering van de omvang van de ondertekende lenings- en garantieovereenkomsten met de EIB op te stellen, teneinde een adequate begrotingsplanning voor de voorziening van het Garantiefonds mogelijk te maken,
BESLUIT:
Voetnoten
Advies uitgebracht op 30 november 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2006/174/EG (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).
PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41.
PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11.
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).
PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28). [Deze verwijzing moet worden bijgewerkt wanneer het voorstel tot wijziging van de voorzieningsregeling van het Garantiefonds wordt aangenomen (COM(2005) 130 def.).]