BNB 2023/25
Onvolkomenheden bij de beëdiging van een raadsheer(-plaatsvervanger). Beroep in cassatie in het belang der wet
HR 21-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1509, m.nt. A.J.H. van Suilen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Faase, Van Eijsden, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/03034
- Noot
A.J.H. van Suilen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS685634:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1509, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:820, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑09‑2022
- Wetingang
Art. 5 lid 2 en art. 6 lid 2 Wet RO; art. 2h lid 1 onderdeel a Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Essentie
Onvolkomenheden bij de beëdiging van een raadsheer(-plaatsvervanger). Beroep in cassatie in het belang der wet
Samenvatting
Na een onherroepelijk geworden uitspraak van het Hof is een onvolkomenheid geconstateerd bij de beëdiging van een raadsheer-plaatsvervanger die mede uitspraak heeft gedaan. Bij het afleggen van de eed is gebruik gemaakt van het formulier dat is bestemd voor een rijksambtenaar in plaats van het formulier dat is bestemd voor de beëdiging van een rechterlijk ambtenaar. De Procureur-Generaal heeft vernietiging van de uitspraak van het Hof in het belang der wet gevorderd.
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond onder verwijzing naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.