RF 2019/58
Kan een beroep op dwaling slagen wanneer de klant geen nadeel ondervindt van het rentederivaat?
HR 28-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1046
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/03941
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS71209:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1046, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2019
- Wetingang
Art. 329 Rv; art. 6:228, 6:230, 6:248 lid 2 BW
Essentie
Renteswaps. Dwaling. Mededelingsplicht. Waarschuwingsplicht.
Voldoet een bank aan haar mededelingsplicht in het kader van dwaling wanneer zij algemene productinformatie over rentederivaten verstrekt of moet de bank de klant uitdrukkelijk en in niet mis te verstane bewoordingen waarschuwen voor de aan een rentederivaat verbonden risico’s? Kan een beroep op dwaling slagen wanneer de klant geen nadeel ondervindt van het rentederivaat? Is het gerechtvaardigd dat een geslaagd beroep op dwaling leidt tot ongedaanmaking van alle betalingen over en weer?
Samenvatting
Banken hebben tussen 2005 en 2009 veelvuldig rentederivaten aangeboden. Dit heeft geleid tot legio procedures, waarbij rentederivatenbezitters regelmatig stellen te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.