Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/5:5 Methodologie
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/5
5 Methodologie
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS578966:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het uitgangspunt van het onderzoek is dat coherentie binnen zowel de rechtsstelsels van de EU als Nederland zoveel mogelijk bevorderd moet worden. Een coherente uitleg en toepassing van art. 14 IE-Handhavingsrichtlijn wordt geacht van belang te zijn zowel in het licht van de beoogde harmonisatie (het Europees niveau) als in het licht van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid (het nationaal niveau). Op basis van wetgeving, totstandkomingsdocumentatie, literatuur en jurisprudentie zullen de Europese en nationale kaders worden geschetst waarbinnen de richtlijnbepaling dient te worden uitgelegd en toegepast (hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3). Om een beeld te kunnen schetsen van de uitleg en toepassing van de verschillende proceskostenbepalingen in de Nederlandse praktijk (hoofdstukken 4-6) zal uitgebreid literatuur- en jurisprudentieonderzoek worden gedaan. Rechtsvergelijkend en rechtseconomisch onderzoek zal worden gebruikt om de werking van de regel ‘proceskostenveroordeling op basis van het gelijk’ vanuit verschillende invalshoeken te kunnen benaderen (hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8). Het licht empirisch onderzoek door middel van een enquête onder IE-advocaten (hoofdstuk 8) is gedaan om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen over de werkelijke effecten van art. 1019h Rv in de praktijk. Het is geenszins bedoeld als sluitend bewijs voor bepaalde effecten.