NJB 2020/296:Leeftijdsdiscriminatie bij arbeid. Een sociaal plan bevat een regeling waarbij de ontslagvergoeding voor boventallig verklaarde werknemers kan worden ‘afgetopt’, d.w.z. beperkt tot inkomensderving tot aan de ‘individuele pensioenleeftijd’ van tussen de 62 en 63 jaar. Als de werknemer op het moment van zijn ontslag die leeftijd al heeft bereikt, dan wordt zijn ontslagvergoeding ‘afgetopt’ tot nihil. Het hof oordeelt dat sprake is van verboden onderscheid naar leeftijd. Hoge Raad: 1. Terughoudende beoordeling. Het hof had de door de sociale partners gemaakte keuzes met terughoudendheid moeten beoordelen. 2. Regelingscontext. Het hof had de aftoppingsregeling in haar eigen regelingscontext dienen te plaatsen. 3. Legitieme doelen. Het hof heeft twee van de drie legitiem geoordeelde doelen van de aftoppingsregeling niet kenbaar in zijn beoordeling betrokken