Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 181 Ontvankelijkheid van amendementen
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2019
- Redactionele toelichting
De cursieve teksten zijn interpretaties (zie art. 236, lid 5). De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Onverminderd de in artikel 54, lid 4, neergelegde aanvullende voorwaarden betreffende initiatiefverslagen en de in artikel 68, lid 2, neergelegde aanvullende voorwaarden betreffende amendementen op het standpunt van de Raad, is een amendement niet ontvankelijk wanneer:
- a)
de inhoud ervan niet rechtstreeks verband houdt met de tekst die het beoogt te wijzigen;
- b)
het beoogt de tekst in zijn geheel te schrappen of te vervangen;
- c)
het strekt tot wijziging van meer dan een van de artikelen of paragrafen van de tekst waarop het betrekking heft, met uitzondering van compromisamendementen en amendementen die beogen identieke wijzigingen in een bepaalde formulering in de gehele tekst aan te brengen;
- d)
het strekt tot wijziging van een voorstel tot codificering van Uniewetgeving; artikel 109, lid 3, tweede alinea, is evenwel van overeenkomstige toepassing;
- e)
het strekt tot wijziging van de ongewijzigde delen van een voorstel tot herschikking van Uniewetgeving; artikel 110, lid 2, tweede alinea, en artikel 110, lid 3, derde alinea, zijn evenwel van overeenkomstige toepassing;
- f)
het uitsluitend beoogt de taalkundige juistheid en terminologische consistentie van de tekst te waarborgen in de taal waarin het amendement is ingediend; in dat geval tracht de Voorzitter in overleg met de betrokkenen een passende taalkundige oplossing te vinden.
2.
De Voorzitter beslist over de ontvankelijkheid van amendementen.
De door de Voorzitter op grond van lid 2 genomen beslissing betreffende de ontvankelijkheid van amendementen is niet enkel gebaseerd op lid 1, maar ook op de bepalingen van het Reglement in het algemeen.
3.
Een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken, kunnen een alternatieve ontwerpresolutie indienen ter vervanging van een in een commissieverslag opgenomen voorstel voor een niet-wetgevingsresolutie.
In dat geval mogen de fractie of de betrokken leden geen amendementen indienen op de ontwerpresolutie van de bevoegde commissie. De alternatieve ontwerpresolutie mag niet langer zijn dan de ontwerpresolutie van de commissie. Deze wordt bij een enkele stemming zonder amendementen ter plenaire vergadering in stemming gebracht.
4.
Bij wijze van uitzondering mogen amendementen met instemming van de Voorzitter na het verstrijken van de termijn voor de indiening van amendementen worden ingediend wanneer het compromisamendementen betreft of wanneer er technische problemen zijn gerezen. De Voorzitter beslist over de ontvankelijkheid van dergelijke amendementen. De Voorzitter legt het in stemming brengen van dergelijke amendementen vooraf ter goedkeuring voor aan het Parlement.
Voor de ontvankelijkheid van compromisamendementen mogen de volgende algemene criteria worden gehanteerd:
- —
in de regel hebben compromisamendementen betrekking op onderdelen van de tekst waarop vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van amendementen amendementen zijn ingediend;
- —
in de regel worden compromisamendementen ingediend door fracties die een meerderheid in het Parlement vertegenwoordigen, de voorzitters of rapporteurs van de betrokken commissies of de indieners van andere amendementen;
- —
in de regel leiden compromisamendementen tot intrekking van andere amendementen op dezelfde passage.
Alleen de Voorzitter kan voorstellen compromisamendementen in aanmerking te nemen. Voor het in stemming brengen van een compromisamendement heeft de Voorzitter instemming nodig van het Parlement, door te vragen of er bezwaren zijn tegen een dergelijke stemming. Wordt een bezwaar gemaakt, dan beslist het Parlement bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.