AB 2012/64
Impliciete discretionaire bevoegdheid van het bestuursorgaan om zijn besluit in te trekken. Tweede uitspraak op bezwaar — zonder tussenkomst van de rechter — is rechtens niet toegestaan.
HR 20-01-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BT1516, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 2012
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, P. Lourens, M.W.C. Feteris, P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra
- Zaaknummer
10/02678
- Conclusie
A-G G.L.R.H. IJzerman
- Noot
R. Ortlep
- LJN
BT1516
- JCDI
JCDI:ADS154499:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BT1516, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BT1516, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑01‑2012
- Wetingang
Awbart. 6:18 lid 1; Awr art. 26 lid 1
Essentie
Impliciete discretionaire bevoegdheid van het bestuursorgaan om zijn besluit in te trekken. Tweede uitspraak op bezwaar — zonder tussenkomst van de rechter — is rechtens niet toegestaan.
Samenvatting
Het stelsel van wettelijke bepalingen die het beroep in belastingzaken regelen, brengt mee dat met het doen van uitspraak op een bezwaarschrift de behandeling van het bezwaar eindigt. Dit betekent dat een nadere beslissing die de inspecteur — zonder tussenkomst van de rechter — neemt met betrekking tot de belastingaanslag waartegen bezwaar is gemaakt, niet is aan te merken als een beslissing waartegen op grond van art. 7:1 lid 2 Awb beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.