Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
Artikel 190 [Onverschuldigde betaling/ongerechtvaardigde verrijking]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
02-04-1991, Stb. 1991, 197 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18998 Overheid.nl: 18998)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-04-1991, Stb. 1991, 200 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Staatsrecht / Wetgeving
Wordt bij het ontstaan van een vordering uit onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking de rechtsverhouding tussen partijen beheerst door het recht dat vóór het in werking treden van de wet gold, dan worden de afdelingen 2 en 3 van titel 4 van Boek 6 daarop niet van toepassing.