Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/48/EG betreffende de veiligheid van speelgoed
Artikel 7 Verplichtingen van distributeurs
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2009
- Bronpublicatie:
18-06-2009, PbEU 2009, L 170 (uitgifte: 30-06-2009, regelingnummer: 2009/48/EG)
- Inwerkingtreding
20-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2009, PbEU 2009, L 170 (uitgifte: 30-06-2009, regelingnummer: 2009/48/EG)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Distributeurs die een stuk speelgoed op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid in verband met de toepasselijke eisen.
2.
Alvorens een stuk speelgoed op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of het speelgoed voorzien is van de vereiste overeenstemmingsmarkering en vergezeld gaat van de vereiste documenten en van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een taal of in talen die de consumenten in de lidstaat waar het speelgoed op de markt wordt aangeboden, kunnen begrijpen, en of de fabrikant en de importeur aan de eisen in artikel 4, leden 5 en 6, en artikel 6, lid 3, hebben voldaan.
Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat speelgoed niet in overeenstemming is met de eisen in artikel 10 en bijlage II, mag hij het speelgoed pas op de markt aanbieden nadat het in overeenstemming is gebracht. Wanneer het speelgoed een risico vertoont, brengt de distributeur de fabrikant of de importeur, en de markttoezichtautoriteiten, hiervan bovendien op de hoogte.
3.
Distributeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het speelgoed verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de overeenstemming van het speelgoed met de eisen in artikel 10 en bijlage II niet in het gedrang komt.
4.
Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen op de markt aangeboden speelgoed niet in overeenstemming is met de desbetreffende communautaire harmonisatiewetgeving, zien erop toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om het speelgoed in overeenstemming te brengen, of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen distributeurs, indien het speelgoed een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het speelgoed op de markt hebben aangeboden, onmiddellijk hiervan op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-overeenstemming en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
5.
Distributeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan die autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de overeenstemming van het speelgoed aan te tonen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan maatregelen ter uitschakeling van de risico's van het door hen op de markt aangeboden speelgoed.