Einde inhoudsopgave
Arbeidstijdenbesluit vervoer
Artikel 4.8:3 Gelijkstelling met vliegwerktijd
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1998
- Bronpublicatie:
17-11-1998, Stb. 1998, 645 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-1998, Stb. 1998, 645 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
De vliegwerktijd wordt geacht te duren tot ten minste 15 minuten na het beëindigen van de laatste vlucht in de periode, waarin het lid van het cockpitpersoneel als zodanig optreedt.
2.
Als vliegwerktijd wordt tevens aangemerkt de tijdsduur van een door de werkgever gegeven opdracht, anders dan tot het als lid van het cockpitpersoneel maken van een vlucht.
3.
Indien een opdracht als bedoeld in het tweede lid het maken van één of meer opeenvolgende vluchten als passagier of als niet-werkend bemanningslid inhoudt:
- a.
geldt als tijdsduur van deze opdracht de tijd vanaf het tijdstip van aanmelding voor de eerste vlucht tot 15 minuten na het beëindigen van de laatste vlucht,
- b.
zijn de normen bedoeld in artikel 4.8:6, eerste en tweede lid, en de correcties, bedoeld in de in bijlage G behorende bij dit besluit onder VII bedoelde verzwarende omstandigheden niet van toepassing,
- c.
is het toegestaan, meerdere malen achtereen een bekorte rust, als bedoeld in artikel 4.8:10, toe te passen, mits na afloop een rusttijd in acht wordt genomen, gelijk aan de normale minimum rust volgens artikel 4.8:9, vermeerderd met het totaal van de bekortingen van de voorafgaande rusten ten opzichte van de normale minimum rust.