AB 2016/436
Begrip ‘alleenstaande ouder’ vanaf 1 januari 2015 na invoering Pw en WHK. Verhaal in verband met onderhoudsplicht.
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1138, m.nt. C.W.C.A. Bruggeman en T.J. Poppema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/03394
- Noot
C.W.C.A. Bruggeman en T.J. Poppema
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925065:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1138, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:112, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2015
- Wetingang
Art. 62 onder a, 4 lid 1 onder b en c, 18 lid 12 Wwb/Participatiewet; WHK
Essentie
De Hoge Raad geeft aan dat de wijziging van de bijstandsnormen sinds de inwerkingtreding van de Pw en de WHK geen wijziging teweeg heeft gebracht in de mogelijkheid van bijstandsverhaal in verband met het niet volledig nakomen van de onderhoudsplicht.
Samenvatting
Ingevolge de Wet hervorming kindregelingen (Stb. 2014, 227) is per 1 januari 2015 de bijstandsnorm voor de alleenstaande ouder vervallen; de bijstandsnorm voor deze ouder is gelijkgesteld aan die voor een alleenstaande. Daarvoor in de plaats is de zogenoemde ‘alleenstaande ouder-kop’ gekomen, als onderdeel van het ‘kindgebonden budget’, een toeslag die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.