NJ 2011/15
Arbitrage. Erkenning buitenlands arbitraal vonnis ex art. 1076 Rv; niet bindend arbitraal tussenvonnis?; ambtshalve toetsing?; toetsing in cassatie?
HR 24-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO4929
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01984
- Conclusie
A-G Vlas
- LJN
BO4929
- JCDI
JCDI:ADS161312:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO4929, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO4929, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2009
- Wetingang
Essentie
Arbitrage. Erkenning buitenlands arbitraal vonnis ex art. 1076 Rv; niet bindend arbitraal tussenvonnis?; ambtshalve toetsing?; toetsing in cassatie?
De stelling dat het Zweedse arbitrale vonnis niet voor erkenning vatbaar is omdat van een arbitraal tussenvonnis in een zaak waarin nog geen eindvonnis is gewezen niet gezegd kan worden dat het bindend voor partijen is geworden, kan, nu deze stelling in dit geval een buitenlands arbitraal vonnis betreft, niet voor het eerst in cassatie worden aangevoerd; het bepaalde in de slotzinsnede van art. 79 lid 1, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.