AB 2015/21
Rechtstreekse werking verdragsbepaling. Uitzondering op rookverbod voor kleine cafés onverbindend.
HR 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2928, m.nt. S. Philipsen en J.C. de Wit (Staat/CAN,rookverbod)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/02931
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
S. Philipsen en J.C. de Wit
- Roepnaam
Staat/CAN
rookverbod
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919805:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2928, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:497, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
Rechtstreekse werking art. 8 lid 2 WHO-Verdrag inzake tabaksontmoediging. De met deze verdragsbepaling niet verenigbare uitzondering op het rookverbod voor kleine cafés dient derhalve buiten toepassing te blijven.
Samenvatting
De vraag in hoeverre een verdragsbepaling rechtstreekse werking toekomt in de zin van de artikelen 93 en 94 Gw, dient te worden beantwoord door uitleg daarvan. Die uitleg moet plaatsvinden aan de hand van de maatstaven van de artikelen 31-33 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht van 23 mei 1969 (Trb. 1972, 51, en 1985, 79). Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.