Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de inschrijving van binnenschepen
Protocol no. 1
Geldend
Geldend vanaf 24-06-1982
- Bronpublicatie:
25-01-1965, Trb. 1966, 228 (uitgifte: 01-11-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-06-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-06-1982, Trb. 1982, 83 (uitgifte: 10-06-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
betreffende de zakelijke rechten op binnenschepen
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1
In dit Protocol wordt onder ‘Overeenkomstsluitende Partijen’ verstaan die Overeenkomstsluitende Partijen bij de Overeenkomst inzake de inschrijving van binnenschepen die door dit Protocol zijn gebonden.
Artikel 2
Dit Protocol is van toepassing op de zakelijke rechten op ieder binnenschip dat is ingeschreven in een register van een Overeenkomstsluitende Partij, ook wanneer dat schip nog in aanbouw is, dan wel aan de grond is gelopen of is gezonken.
Artikel 3
De enige zakelijke rechten die op een vaartuig kunnen rusten zijn eigendom, vruchtgebruik, hypotheek en voorrechten; de Overeenkomstsluitende Partijen blijven echter vrij ook aan het conservatoir beslag het karakter van zakelijk recht te geven.
Hoofdstuk II. Eigendom, vruchtgebruik en hypotheken
Artikel 4
1
De Overeenkomstsluitende Partijen zien erop toe dat de op een schip rustende rechten van eigendom, vruchtgebruik of hypotheek worden ingeschreven in het register waarin dat schip is opgenomen.
2
Afzonderlijke registers die worden aangehouden voor het inschrijven van op schepen rustende zakelijke rechten worden geacht deel uit te maken van een register waarin de schepen worden ingeschreven, mits het register der zakelijke rechten en het schepenregister naar elkaar verwijzen.
Artikel 5
De in een register van een Overeenkomstsluitende Partij ingeschreven rechten van eigendom, vruchtgebruik of hypotheek worden op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partijen erkend onder de voorwaarden voorzien in dit hoofdstuk.
Artikel 6
De rangorde van de in dit hoofdstuk bedoelde zakelijke rechten wordt bepaald door de volgorde van inschrijving in het register.
Artikel 7
Bij inschrijving van een hypotheek dienen ten minste de volgende bijzonderheden te worden vermeld:
- a)
het bedrag van de hypotheek en, zo de rente bij dit bedrag wordt opgeteld, de rentevoet;
- b)
naam en adres of verblijfplaats van de schuldeiser;
- c)
de voorwaarden voor opeisbaarheid of een verwijzing naar het op het kantoor van inschrijving nedergelegde document waarin deze voorwaarden zijn vastgelegd.
Artikel 8
In gevallen waarin, overeenkomstig de wetgeving van de Overeenkomstsluitende Partij in wier register een hypotheek is ingeschreven, een hypothecaire schuldeiser ingevolge een in het register opgenomen beding van de hypotheekakte in het bezit is gesteld van een schip, worden de hem krachtens deze bezitsoverdracht op het grondgebied van die Overeenkomstsluitende Partij toegekende rechten eveneens erkend op het grondgebied van alle overige Overeenkomstsluitende Partijen, mits de bezitsoverdracht in het register is ingeschreven.
Artikel 9
1
De hypotheek geldt voor alle voorwerpen die uit hoofde van hun bestemming blijvend met het schip zijn verbonden en die toebehoren aan de eigenaar van het schip; de wetgeving van het land van inschrijving kan evenwel regelingen tussen partijen waarbij anders wordt bepaald toelaten.
2
Indien, krachtens de wetgeving van het land waar het schip is ingeschreven, de hypotheek eveneens betrekking heeft op de vrachtpenningen of op een schadeloosstelling, betaalbaar op grond van een verzekeringsovereenkomst die verlies van of schade aan het schip dekt wordt, voor de toepassing van artikel 5 van dit Protocol, de hypotheek geacht eveneens betrekking te hebben op die vrachtpenningen en die schadeloosstelling.
3
De erkenning van een hypotheek krachtens artikel 5 van dit Protocol heeft, behalve op het schip zelf, geen betrekking op andere zaken, met uitzondering van die bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel.
Artikel 10
Met uitzondering van de regels welke worden vastgesteld door dit Protocol en die welke van toepassing zijn op de eigendomsoverdracht of op het tenietgaan van andere zakelijke rechten door een gedwongen verkoop, worden de regels betreffende de in dit hoofdstuk bedoelde zakelijke rechten bepaald door de wet van dat land van inschrijving.
Hoofdstuk III. Voorrechten
Artikel 11
De volgende vorderingen genieten een voorrecht op het schip dat voorrang heeft boven de hypothecaire vorderingen:
- a)
in geval van beslag, de kosten tot behoud na het beslag, daaronder begrepen de tot behoud van het schip noodzakelijke herstelwerkzaamheden;
- b)
vorderingen terzake van arbeidsovereenkomsten van de kapitein of een ander bemanningslid, met dien verstande dat wat betreft salarissen, lonen of andere vormen van beloning, zij slechts ten aanzien van bedragen die over een tijdvak van ten hoogste zes maanden moeten worden betaald bevoorrecht zijn;
- c)
vorderingen terzake van hulpverlening of berging alsmede het bedrag dat het schip bijdraagt in de averij grosse.
Artikel 12
1
Elke Overeenkomstsluitende Partij kan in haar wetgeving bepalen dat in geval van gedwongen verkoop van een schip, de met de verkoop gemoeide gerechtelijke kosten zullen worden betaald uit de opbrengst van de verkoop alvorens deze opbrengst wordt verdeeld onder de schuldeisers, met inbegrip van de bevoorrechte hypothecaire schuldeisers; tot deze gerechtelijke kosten mogen worden gerekend de kosten verbonden aan de gerechtelijke bewaring van het schip en die terzake van de verdeling van de opbrengst uit verkoop, doch niet de kosten terzake van het verkrijgen van de executoriale titel.
2
Elke Overeenkomstsluitende Partij kan in haar wetgeving bepalen dat, indien het de verkoop betreft van een schip dat aan de grond is gelopen, onttakeld is of is gezonken, en dat de overheid in het openbaar belang heeft doen verwijderen, de kosten van het verwijderen dienen te worden betaald uit de opbrengst van de verkoop van het schip en zulks met voorrang boven de rechten van de schuldeisers, ook indien dit bevoorrechte of hypothecaire schuldeisers zijn.
Artikel 13
Elke Overeenkomstsluitende Partij kan in haar wetgeving bepalen dat op schepen rustende vorderingen, andere dan die genoemd in artikel 11 van dit Protocol, bevoorrecht zijn boven de hypothecaire vorderingen, doch
- a)
voor zover het een in een van haar registers ingeschreven schip betreft, zijn deze vorderingen op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij slechts bevoorrecht boven de hypothecaire vorderingen, indien deze vorderingen een dergelijk voorrecht eveneens genieten op grond van de wetgeving van die andere Overeenkomstsluitende Partij;
- b)
voor zover het een in het register van een andere Overeenkomstsluitende Partij ingeschreven schip betreft, zijn deze vorderingen op het grondgebied van de eerste Overeenkomstsluitende Partij slechts bevoorrecht boven de hypothecaire vorderingen indien deze vorderingen een dergelijk voorrecht eveneens genieten op grond van de wetgeving van die andere Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 14
1
Wanneer een vordering op grond van artikel 11 van dit Protocol bevoorrecht is, geldt dit voorrecht tevens voor de rente van deze vordering en voor de kosten terzake van het verkrijgen van een executoriale titel.
2
De in artikel 11 van dit Protocol genoemde voorrechten strekken zich uit tot:
- a)
alle voorwerpen die door hun bestemming blijvend met het schip zijn verbonden en die toebehoren aan de eigenaar van het schip;
- b)
de vergoeding te betalen wegens het verloren gaan van het schip of iedere niet herstelde materiële schade aan het schip, met inbegrip van de kosten voor hulpverlening, berging of vlot brengen of vergoeding voor averij grosse, ook nadat die uitkeringen zijn overgedragen aan derden of in onderpand zijn gegeven. Onder deze vergoeding valt echter niet vergoeding op grond van een verzekeringsovereenkomst, waarbij het risico van verlies of averij is gedekt.
3
Elke Overeenkomstsluitende Partij kan in haar wetgeving bepalen dat in geval van een gedwongen verkoop op haar grondgebied de in artikel 11 van dit Protocol genoemde voorrechten eveneens gelden voor de vrachtpenningen.
Artikel 15
1
De in artikel 11 van dit Protocol genoemde bevoorrechte vorderingen hebben voorrang boven de vorderingen bedoeld in artikel 13.
2
De volgorde waarin de bevoorrechte vorderingen worden genoemd in artikel 11 van dit Protocol bepaalt hun rangorde: voor de bevoorrechte vorderingen bedoeld in artikel 11, alinea c), wordt de rangorde bepaald door de omgekeerde volgorde van de data waarop deze vorderingen zijn ontstaan; indien de te verdelen opbrengst ontoereikend is, wordt deze onder de schuldeisers van gelijke rang ponds-pondsgewijs verdeeld.
Artikel 16
De in artikel 11 van dit Protocol genoemde vorderingen zijn bevoorrecht, ook wanneer zij zijn ontstaan tijdens de exploitatie van het schip door een andere persoon dan de eigenaar, tenzij de eigenaar door een onrechtmatige daad het bezit van zijn schip is ontnomen en bovendien de schuldeiser niet te goeder trouw is geweest.
Artikel 17
1
De in artikel 11 van dit Protocol genoemde voorrechten vervallen na verloop van een jaar, indien de bevoorrechte schuldeiser zijn vordering niet in rechte geldend heeft gemaakt. Deze termijn vangt aan op de dag waarop de vordering opeisbaar wordt. Betreft het evenwel een schuld terzake van hulpverlening of berging, dan vangt deze termijn aan op de dag waarop deze werkzaamheden zijn voltooid.
2
Het voorrecht vervalt met de vordering.
Artikel 18
De wetgeving van het land van inschrijving beheerst:
- a)
de voorwaarden waaronder en de wijzen waarop de in artikel 11 genoemde voorrechten in geval van vrijwillige verkoop van het vaartuig vervallen;
- b)
de omvang, de rangorde en het vervallen van in artikel 13 bedoelde voorrechten;
- c)
alle andere vraagstukken met betrekking tot de in artikel 11 of 13 bedoelde voorrechten, voor zover niet in dit Protocol geregeld.
Hoofdstuk IV. Voorbehouden
Artikel 19
Ingevolge artikel 21, tweede lid, van de Overeenkomst kan ieder land verklaren dat het in geval van gedwongen verkoop op zijn grondgebied, artikel 14, tweede lid, letter b) van dit Protocol niet zal toepassen.