NJ 2019/418
Verbod op invoer ayahuasca; gerechtvaardigde inbreuk op godsdienstvrijheid.
HR 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1456, m.nt. B.E.P. Myjer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/01356
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
B.E.P. Myjer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS93702:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1456, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:754, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Verbod op invoer ayahuasca levert beperking op van het recht op vrijheid van godsdienst, maar dit is noodzakelijk ter bescherming van de volksgezondheid.
Samenvatting
Invoer ayahuasca-thee, bevattende DMT. Het bij de Opiumwet voorziene verbod op de invoer van ayahuasca, die wordt gebruikt bij erediensten voor de kerk Santo Daime, strekt ter bescherming van de volksgezondheid. Dit verbod kan worden aangemerkt als een beperking op de aan de verdachte toekomende vrijheid van godsdienst die in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de gezondheid als bedoeld in art. 9 lid 2 EVRM. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.