AB 2016/175
Rechterlijke rechtsvorming: een aantal aandachtspunten.
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:335, m.nt. R. Ortlep (X/ASR)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05817
- Noot
R. Ortlep
- Roepnaam
X/ASR
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923553:1
- Vakgebied(en)
Rechtswetenschap / Algemeen
Rechtswetenschap / Rechtstheorie
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:335, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2014
- Wetingang
Art. 7:942 (oud) BW
Essentie
Rechterlijke rechtsvorming: een aantal aandachtspunten.
Samenvatting
Deze uitleg van het hiervoor in 3.9.1 vermelde citaat uit de wetsgeschiedenis is echter niet dwingend. Dat is reeds het geval omdat met deze passage slechts is bedoeld te motiveren waarom een lopende verjaring (ook) kan worden gestuit door een schriftelijke aanmaning. Niet blijkt dat zij de verdergaande strekking heeft dat, na een eerste afwijzing door de verzekeraar overeenkomstig art. 7:942 lid 2 (oud) BW, de gevolgen van een volgende stuitingshandeling niet meer door (de tweede zin van) dat artikellid, maar door de algemene verjaringsregeling van titel 3.11 BW worden beheerst. Als ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.