Gst. 2014/120
Een gestelde schending van artikel 3:11, eerste lid Awb, doordat bepaalde stukken niet ter inzage hebben gelegen met het ontwerpbesluit, kan in het kader van de toepassing van artikel 8:69a Awb (relativiteitsvereiste) niet los worden gezien van het beschermingsbereik van de inhoud van de normen ten aanzien waarvan appellant bezwaren had willen aanvoeren in de zienswijze.
ABRvS 30-07-2014, ECLI:NL:RVS:2014:2838, m.nt. Y. Schönfeld en F. Limpens- Cuijpers
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
30 juli 2014
- Magistraten
Mrs. W.D.M. van Diepenbeek, M.A.A. Mondt-Schouten en J.A. Hagen
- Zaaknummer
201307597/1/R6
- Noot
Y. Schönfeld en F. Limpens- Cuijpers
- JCDI
JCDI:ADS919624:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:2838, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 30‑07‑2014
- Wetingang
Art. 3:11 Awb, art. 8:69a Awb
Essentie
Een gestelde schending van artikel 3:11, eerste lid Awb, doordat bepaalde stukken niet ter inzage hebben gelegen met het ontwerpbesluit, kan in het kader van de toepassing van artikel 8:69a Awb (relativiteitsvereiste) niet los worden gezien van het beschermingsbereik van de inhoud van de normen ten aanzien waarvan appellant bezwaren had willen aanvoeren in de zienswijze.
Samenvatting
Appellant (een concurrerende horecaondernemer) voert aan dat bepaalde onderzoeken (o.a. documenten met betrekking tot de flora- en fauna, bodemkwaliteit, stukken die aan een verkeersstudie ten grondslag liggen, voorlopig wateradvies waterschap), ten onrechte niet met het ontwerpbestemmingsplan ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.