V-N Vandaag 2019/2200
Geen hoge wettelijke rente voor schadevergoedingen in BPM-zaak
HR 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1575
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 2019
- Zaaknummer
18/04907
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1575, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat niet voor redelijke twijfel vatbaar is dat een immateriële schadevergoeding wegens het overschrijden van de redelijke termijn geen verband houdt met een handelsovereenkomst. Dit geldt eveneens voor de proceskostenvergoedingen en voor de vergoedingen van het griffierecht.
Samenvatting
Aan X bv is door Rechtbank Zeeland-West-Brabant en 's-Hertogenbosch een vergoeding toegekend van de door haar bij de rechtbank en het hof betaalde griffierechten. De inspecteur betaalt 2% rente (art. 6:119 BW jo 6:120 lid 1 BW) aan X bv wegens de te late betaling van de door de rechtbank vastgestelde immateriële schadevergoeding. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.