Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2022/2557 betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad
Artikel 5 Risicobeoordeling door de lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2557)
- Inwerkingtreding
16-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2557)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Energierecht / Algemeen
Verkeersrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
De Commissie is bevoegd uiterlijk op 17 november 2023 overeenkomstig artikel 23 een gedelegeerde handeling vast te stellen om deze richtlijn aan te vullen met een niet-uitputtende lijst van essentiële diensten in de in de bijlage genoemde sectoren en deelsectoren. De bevoegde autoriteiten voeren uiterlijk op 17 januari 2026 en vervolgens wanneer dat nodig is en ten minste om de vier jaar, een risicobeoordeling (‘lidstaat-risicobeoordeling’) uit, waarbij ze gebruikmaken van die lijst van essentiële diensten. De bevoegde autoriteiten gebruiken lidstaat-risicobeoordelingen om kritieke entiteiten te identificeren overeenkomstig artikel 6 en die kritieke entiteiten te assisteren bij het nemen van maatregelen op grond van artikel 13.
In lidstaat-risicobeoordelingen wordt rekening gehouden met relevante natuurlijke en door de mens veroorzaakte risico's, met inbegrip van intersectorale of grensoverschrijdende risico's, ongevallen, natuurrampen, noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid en hybride dreigingen of andere antagonistische dreigingen, waaronder terroristische misdrijven als voorzien in Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad (1).
2.
Bij de uitvoering van lidstaat-risicobeoordelingen houden de lidstaten ten minste rekening met het volgende:
- a)
de algemene risicobeoordeling die wordt uitgevoerd op grond van artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1313/2013/EU;
- b)
andere relevante risicobeoordelingen die worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de relevante sectorspecifieke rechtshandelingen van de Unie, waaronder Verordeningen (EU) 2017/1938(2) en (EU) 2019/941(3) van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2007/60/EG(4) en 2012/18/EU (5) van het Europees Parlement en de Raad;
- c)
de relevante risico's die voortvloeien uit de mate van onderlinge afhankelijkheid tussen de in de bijlage genoemde sectoren, waaronder de mate van afhankelijkheid van deze sectoren ten aanzien van entiteiten met vestiging in andere lidstaten en derde landen, en de gevolgen die een aanzienlijke verstoring in één sector kan hebben voor andere sectoren, met inbegrip van eventuele significante risico's voor burgers en de interne markt;
- d)
alle informatie over incidenten waarvan overeenkomstig artikel 15 is kennisgegeven.
Voor de toepassing van de eerste alinea, punt c), werken de lidstaten samen met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en de bevoegde autoriteiten van derde landen, naargelang het geval.
3.
De lidstaten stellen, in voorkomend geval via hun centrale contactpunten, de relevante elementen van lidstaat-risicobeoordelingen ter beschikking aan de kritieke entiteiten die zij overeenkomstig artikel 6 hebben geïdentificeerd. De lidstaten zorgen ervoor dat de aan kritieke entiteiten verstrekte informatie hen zal helpen bij het verrichten van hun risicobeoordelingen op grond van artikel 12, en bij het nemen van maatregelen om hun weerbaarheid te waarborgen op grond van artikel 13.
4.
Binnen drie maanden na de uitvoering van een lidstaat-risicobeoordeling verstrekt een lidstaat aan de Commissie relevante informatie over de soorten geïdentificeerde risico's en de resultaten van die lidstaat-risicobeoordeling, per sector en deelsector als beschreven in de bijlage.
5.
De Commissie stelt, in samenwerking met de lidstaten, een vrijwillig gemeenschappelijk rapportagemodel op waarmee aan lid 4 kan worden voldaan.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).
Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010 (PB L 280 van 28.10.2017, blz. 1).
Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 1).
Richtlijn 2007/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 over beoordeling en beheer van overstromingsrisico's (PB L 288 van 6.11.2007, blz. 27).
Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 1).