RI 2015/80
Wederkerige overeenkomst. Volgt uit het systeem van art. 37 Fw bij faillissement van de aannemer dat de opdrachtgevers niet ongerechtvaardigd kunnen zijn verrijkt? (Appellanten/Van Logtestijn qq)
Hof 's-Hertogenbosch 24-03-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:1057
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
24 maart 2015
- Magistraten
Mrs. P.M. Arnoldus-Smit, E.K. Veldhuijzen van Zanten, J. van der Steenhoven
- Zaaknummer
HD 200.116.491/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921165:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2015:1057, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 24‑03‑2015
ECLI:NL:GHSHE:2014:3890, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 30‑09‑2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:751, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 18‑03‑2014
- Wetingang
Art. 37 Fw
Essentie
Faillissement. Wederkerige overeenkomst. Prejudiciële vraag.
Volgt uit het systeem van art. 37 Fw bij faillissement van de aannemer dat de opdrachtgevers niet ongerechtvaardigd kunnen zijn verrijkt?
Samenvatting
Utiliteitsbouw B.V. heeft koop- en aannemingsovereenkomsten gesloten met de opdrachtgevers voor het verrichten van divers meerwerk. Bij opdracht is door de opdrachtgevers 25% exclusief BTW voor de meerwerkopdrachtsom betaald. De overige 75% dient te worden gedeclareerd bij het gereedkomen van het meerwerk dan wel bij de eerst komende betalingstermijn erna. Op 3 november 2009 is Utiliteitsbouw B.V. in staat van faillissement verklaard. De curator verklaart op 11 november 2009 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.