Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Filippijnen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 22 Vermijden van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 20-09-1991
- Bronpublicatie:
09-03-1989, Trb. 1989, 57 (uitgifte: 14-04-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-09-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-1991, Trb. 1991, 153 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst in de Filippijnen mogen worden belast.
2.
Indien een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, zesde lid, artikel 11, zesde lid, artikel 12, vijfde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 16, eerste en derde lid, artikel 18, tweede lid, en artikel 19 van deze Overeenkomst in de Filippijnen mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomensbestanddelen vrij door een evenredige vermindering van zijn belasting toe te staan, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen betreffende de verliescompensatie in de eenzijdige voorschriften tot het vermijden van dubbele belasting. Deze vermindering bedraagt echter niet meer dan het vóór de toekenning van de vermindering berekende deel van de Nederlandse belasting die anders over de genoemde inkomensbestanddelen zou zijn verschuldigd.
3.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 8, tweede lid, artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, en artikel 17 van deze Overeenkomst in de Filippijnen mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in de Filippijnen over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar overschrijdt niet dat deel van de Nederlandse belasting, dat anders over de genoemde bestanddelen van het inkomen zou zijn verschuldigd.
4.
Indien de in feite betaalde Filippijnse belasting op uit de Filippijnen afkomstige interest en royalty's lager is dan 15 percent, wordt de in de Filippijnen over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting voor de toepassing van het derde lid geacht 15 percent te bedragen.
5.
Met inachtneming van de bestaande bepalingen van de wetgeving van de Filippijnen inzake belasting die verschuldigd is buiten de Filippijnen en met inachtneming van toekomstige wijzigingen van die bepalingen — welke bepalingen de algemene beginselen daarvan niet mogen aantasten — wordt de belasting die ingevolge de Nederlandse wetgeving is verschuldigd over uit Nederland afkomstige voordelen of inkomsten, in vermindering gebracht op de Filippijnse belasting die ter zake van die voordelen of inkomsten is verschuldigd. Deze vermindering bedraagt echter niet meer dan het vóór de toekenning van de vermindering berekende deel van de Filippijnse inkomstenbelasting die anders zou zijn verschuldigd over de inkomsten die in Nederland mogen worden belast.
6.
Indien een inwoner van een van de Staten voordelen verkrijgt die ingevolge artikel 13, vijfde lid, in de andere Staat mogen worden belast, verleent die andere Staat een vermindering op zijn belasting over deze voordelen tot een bedrag dat gelijk is aan de belasting die in de eerstbedoelde Staat over die voordelen is geheven.